215
Boekbeoordeling
Hans Hermans: Hoe Nederland Groeide, anderhalve
eeuw bodemwinning en bodemverbetering, 221 blz., 20 X
29 cm. Rijksuitgeverij.
Dit werk is uitgegeven in opdracht van de Cultuurtechnische Dienst
te Utrecht bij gelegenheid van het tienjarig bestaan van deze dienst in
1945. Door de tijdsomstandigheden verscheen het pas thans.
Uit het „Ten Geleide" van Ir Alph. Roebroek, voorzitter der
Centrale Cultuurtechnische Commissie, halen we aan:
Aan de voet der bladzijden vinden we telkens een vermelding van de
geraadpleegde literatuur en van de deskundigen van wie inlichtingen
over bepaalde onderwerpen werden verkregen. Hieruit blijkt wel dat
de schrijver zich veel moeite heeft gegeven het nodige materiaal bijeen
te brengen voor zijn suggestief geschreven boek.
Het boek begint met een schildering van ons land, zoals dat bij de
aanvang van de negentiende eeuw nog bijna voor de helft „woest en
ledig" lag. Uit de gegeven cijfers blijkt hoe de vermindering van de
oppervlakte woeste grond in een stijgend tempo voortschreed. In
anderhalve eeuw werd door ontginning ruim 600.000 ha gewonnen, aan
bedijkingen en droogmakingen meer dan 100.000 ha.
Hiervoor is inspanning en strijd nodig geweest, zowel van de een
voudige ontginner als van de deskundige werkers. Wij beleven de
nood gedurende de Franse tijd waardoor voor het eerst van overheids
wege bemoeiing met de landbouw ontstaat. De negentiende eeuw blijft
echter de eeuw van het particuliere initiatief. Wij zien de kleine man
zwoegen, „de ontginners en hun huisgenoten gaan vrijwel uitsluitend
in lompen gekleed en werken zonder ophouden van zonsopgang tot
zonsondergang". Huisvesting en technische hulpmiddelen waren totaal
onvoldoende, maar „vader pappe" wist alle moeilijkheden ten spijt zijn
leeftocht en die van zijn gezin aan het kleine stukje Nederlandse bo
dem, dat hij het zijne kon noemen, te ontwringen.
In het hoofdstuk „Landwinningsadel" wordt beschreven, wat Neder
land op agrarisch gebied aan zovele grote grondeigenaren te danken
heeft. Door de stoommachine wordt een betere beheersing van het
„Waar in het bijzonder (hierbij) gedacht werd aan een belangstelling
buiten de landbouwkringen werd aan een beroepsjournalist de samenstel
ling toevertrouwdhet boek moet gelezen worden niet alleen terwille van
de behandelde stof, maar ook om de wijze, waarop aan zijn inhoud vorm
is gegeven. De heer Hans Hermans, die met cultuurtechnische arbeid nim
mer te maken had, had de moed deze moeilijke taak op zich te nemen.
Wetenschappelijke critische beschouwingen bleven achterwegehet beeld
der geschiedenis is hoofdzakelijk gevormd door oorspronkelijke uitlatingen
van schrijvers uit het verleden; tal van bronnen, waarvan sommige tot
heden bij de studie der landbouwgeschiedenis nog weinig bekend waren,
leverden aan de samensteller de nodige stof. Deze opzet geeft aan het
gehele werk een eigen karakter, maar maakt het ook mogelijk, dat hier
en daar kleinere onjuistheden worden aangetroffen, welke evenwel het
beeld niet zullen schaden.*'