LANDMEETKUNDE
B. d e B o e r, Landmeter van de gemeente Amsterdam:
Enige gegevens betreffende landmeetkundige verrichtingen
op SCHIPHOL
Toen na de bevrijding de schade opgenomen kon worden, vertoonde
Schiphol een beeld van totale verwoesting. Door de bombardementen
in de jaren '40-'44 en het werk van de Duitse vemietigingsploegen in
September '44, bleef niet één steen op de ander en bleken er in totaal
in platform en banen 220 kraters te zijn.
Na anderhalf jaar bevrijding beslaat het vliegveld 390 ha (in 1938
210 ha), vertrekken of landen er 100 lijnvliegtuigen per dag, wordt
er per week 4 maal. op Batavia en 5 maal op New-York gevlogen,
terwijl er in het eerste halfjaar 1946 116.226 passagiers werden ver
voerd (ie halfjaar 1938 27.875). Door deze enkele cijfers kan een
ieder zich een beeld vormen van wat tot dusver reeds is gedaan voor
de practische uitvoering van het besluit van de Ministerraad van 8
October 1945, waarbij Schiphol als wereldluchthaven voor Nederland
werd aangewezen.
Aangezien het terrein voor het grootste gedeelte eigendom is van
Amsterdam, heeft de Dienst der Publieke Werken van deze gemeente
in de werkzaamheden een belangrijk aandeel gehad, waarbij de onder
afdeling Landmeten alle noodzakelijke landmeetkundige hulp ver
leende.
Voor de oorlog had deze onderafdeling al diverse metingen gedaan,
waarbij voor de uitzetting en opmeting van de startbanen en een deel
der gebouwen uitgegaan was van een aan het systeem van de Rijks
driehoeksmeting aangesloten eigen coördinatenstelsel. De A-as hiervan
valt samen met de hartlijn of koerslijn van de mistlandingsbaan, een
baan van 1600 m lengte en 40 m breedte, die Noordoost-Zuidwest
looptde F-as met de hartlijn van de loodrecht daarop staande baan
(de zgn. Hoofdas). Genoemde banen kruisen elkaar in het Sterren
plein, dat dus de oorsprong van het stelsel Schiphol is. Aangezien
alle bestaande en toekomstige banen evenwijdig of onder een hoek
van 450 met deze twee banen lopen, zo ook rooilijnen van gebouwen,
assen van wegen enz., en veelal op afstanden die door ronde maten
worden bepaald, zijn aan het gebruik van deze plaatselijke coördinaten
voordelen verbonden.
Nadat eerst de noodzakelijke werkzaamheden van opruiming waren
geschied, kon de onderafdeling ongeveer op 1 December 1945 haar
arbeid op Schiphol aanvangen, die sindsdien onafgebroken is voort
gezet. Allereerst werd nu bovengenoemd stelsel, dat door het ver
dwijnen van de aangemeten gebouwen en storing van de verzekerde
punten niet zonder meer weer op te zetten was, hersteld, waarbij o.a.
14*