228 Internationaal Comité voor Maten en Gewichten Voor de eerste maal sinds de oorlog is het Internationale Comité voor Maten en Gewichten te Parijs samengekomen. Zoals van ouds gebruikelijk werd ook deze vergadering gehouden in het Pavilion de Breteuil te Sèvres, over welk gebouw het comité kort na zijn op richting van de F ranse Regering als geschenk de beschikking verkreeg. Pas in de 19e eeuw rijpte het plan, tot een uniforme regeling der maten en gewichten te komen. Hoe belangrijk men over het algemeen deze nieuwe poging tot wereldeenheid vond, blijkt wel uit het feit, dat zelfs die landen, welke tot op heden hardnekkig aan hun eigen maatstelsel vasthouden, op de eerste vergadering alle vertegenwoor digd waren. Op uitnodiging van Frankrijk gingen in 1870 24 staten ertoe over, de „Commission Internationale du Mètre" te stichten, welke commissie 5 jaar later herdoopt werd in„Conférence Inter nationale". Met algemene stemmen werd besloten de standaardmeter en het kilogram, welke in de Nationale Archieven van Frankrijk bewaard werden, als eenheid van maat en gewicht in te voeren. Bovendien werd bij de ondertekening van het verdrag van de Meter op 20 Mei 1875 overeengekomen, op gezamenlijke kosten een bureau te stichten, dat deze standaard zou bewaren, alsmede kopieën zou maken, die op vastgestelde tijden met het oorspronkelijke exemplaar vergeleken zouden worden. Voor schaalverdeling van landmeetkun dige instrumenten evenals voor die van thermometers, zouden voor schriften worden opgesteld. Het Pavilion de Breteuil is, behalve het centrum van maateenheden, tevens het middelpunt geworden voor wetenschappelijk onderzoek. On ophoudelijk is men er bezig nieuwe en oude begrippen in formules uit te drukken. Dank zij een nieuwe methode hoopt men binnenkort een constante waarde voor het begrip g (het symbool der zwaarte kracht) te kunnen vaststellen. Ook onze oude standaardmeter zal niet aan herziening kunnen ont komen. Men verwacht, dat binnen niet te lange tijd de materie, waaruit onze lengtestandaard is opgebouwd, door een definitie zal kunnen worden vervangenhierbij wordt gedacht, golflengten van lichttril lingen als uitgangspunt te nemen. Toch zal men bij de oplossing van dit probleem nog voor grote moeilijkheden komen te staan, daar het de bedoeling is, een zo constant mogelijke eenheid te vinden. Men wil trachten dit vraagstuk op te lossen, door een isotoop van het gas cryp- ton te gebruiken ter verkrijging van absoluut monochromatisch licht. Het Bureau heeft zich de laatste tijd bezig gehouden met het ver gelijken van de vervaardigde kopieën van de Meter met het origineel. Met grote voldoening heeft men kunnen vaststellen, dat het lengte verschil tussen twee willekeurige exemplaren het tienduizendste ge deelte van een millimeter niet te boven gaat. (Ontleend aan De Ingenieur van 21 Februari 1947-)

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1947 | | pagina 234