Boekbeoordeling 231 B. J. L e n s e n en J. H. H. Bongaerts, leraren aan het Centraal Teken- en Opleidingsbureau van het Ka daster te 's Gravenhage. Landmeetkundig Tekenen. Toepassing bij het Kadaster en Inleidingen over Aanverwante Onderwerpen. Met 86 figuren en 33 modellen, waaronder 11 alphabetten208 bladzijden, 20 X 27 cm. N.V. Wed. J. Ahrend en Zoon, Amsterdam. Prijs in linnen geb. 11.50. De omstandigheid, dat wij bij het Kadaster slechts één, en dan nog een zeer verouderde, instructie bezitten, heeft er waarschijnlijk niet weinig toe bijgedragen, dat, bij de modernisering van het onderwijs en de opleiding in het dienstvak, in de loop der laatste jaren een aan tal dictaten in boekvorm verschenen is, waaraan thans door de heren Lensen en Bongaerts, leraren aan het C.T.O., een handleiding over Landmeetkundig Tekenen is toegevoegd, samengesteld uit de reeds eerder door hen vervaardigde „Wenken bij het kadastraal teke nen". Een buitengewoon nuttige handleiding voor elke kaarttekenaar in het algemeen en voor de kadastertekenaar in het bijzonder. In de hoofdstukken I-VI (landmeetkundig tekenen in engere zin) wordt de techniek van het schrijven en tekenen door de schrijvers, die door jarenlange studie en ervaring over een grote deskundigheid be schikken, op geheel originele wijze behandeld. Hoofdstuk II bevat o.m. enige bijzondere gevallen van kaarteringen, waarvan vooral het verhandelde over het kaarteren met een „inde- lingslijn" onze aandacht trekt. Verder worden hier indeling en redres aan de hand van talrijke praktische voorbeelden geïnstrueerd (con gruentie en gelijkvormigheid worden hier nogal eens verward). Aan de letter- en cijfertypen wordt in Hoofdstuk III veel aandacht geschonken en de uitnodiging tot normalisatie heeft onze warme in stemming! Voor het vervaardigen van oorkonden en diploma's doet men nog dikwijls een beroep op de kadastertekenaar. De hier behandel de stof geeft ook de calligrafen onder hen ruimschoots gelegenheid de kennis van deze oude kunst te toetsen en zo nodig wat op te frissen. Het strekt de schrijvers tot eer, dat zij de in Hoofdstuk V be handelde instructie voor de vernieuwing van bijbladen door deze pu blicatie aan de vergetelheid hebben, weten te ontrukken. De behandeling met zacht potlood van de minuutplans voor het aanduiden van breekpunten zouden we niet durven aanbevelen. Zoals ook nu, bij de wederopbouw van verwoeste gebieden, telkens weer blijkt, vormt het minuutplan een kostbaar historisch document, dat ons in verschillende gevallen een inzicht geeft in de terreinstoe stand, tot een tijdperk ver voor de vervaardiging ervan. We kunnen er ons dan ook moeilijk mee verenigen, dat de vele gebroken en krom me lijnen met zacht potlood worden aangestreept, met verlies hierbij aan oorspronkelijkheid en meer kans op vervuiling.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1947 | | pagina 237