233
grenswaterlopen ten behoeve van een in te stellen onderzoek naar de
wenselijkheid om in dergelijke gevallen tot wijziging van de gemeente
grens over te gaan.
De ontstane moeilijkheden vinden hun oorzaak in het feit, dat het
midden van de oude bedding, hoewel volkomen vaag en onzeker of
geheel onzichtbaar geworden, als gemeentegrens behouden blijft, waar
door perceeltjes ontstaan die onder de ene gemeente genummerd
zijn, maar die feitelijk geheel onder de naastgelegen gemeente thuis
horen.
Bij de kaartering van een nieuwe bedding worden hoekjes terrein
er. rivierbochten -afgesneden, die in werkelijkheid soms veel groter
of kleiner geweest kunnen zijn of niet hebben bestaan, omdat de rivier
bedding zich op natuurlijke wijze verlegd kan hebben, en er worden
dan perceeltjes gevormd waarvan wij de omvang in het geheel niet
kennen of die eigenlijk niet gevormd behoorden te worden.
Op de duur blijven er tenaamstellingen bestaan die niet meer met
de werkelijkheid overeenstemmen, doordat in de practijk herhaaldelijk
wordt vergeten, zulke overhoekjes in voorkomende gevallen mee te
transporteren of, ze op te nemen in successie-memoriën.
In het algemeen laat het sluiten van plans van aangrenzende ge
meenten veel te wensen over, maar bij soortgelijke beken is dit veelal
nog erger. Komt daar dan nog bij, dat de plans op verschillende
schaal zijn vervaardigd, dan wordt de zaak helemaal hopeloos.
Bij de vaststelling van de gemeentegrenzen zijn daarvoor destijds
vrijwel uitsluitend natuurlijke scheidingen genomen, zoals beken, en
dat niet zonder reden. De gemeentebesturen zullen er dan ook geen
bezwaar tegen doch alleen maar belang bij hebben, dat er geen
overhoekjes van hun gebied aan de overzijde van een beek zijn ge
legen, en daarentegen tot aan de beek alles tot hun domein kan
worden beschouwd, temeer waar in de practijk niemand de oude grens
meer kent. Zeer zeker zullen de gemeentebesturen dan ook geen be
zwaar maken tegen het verleggen van de burgerlijke gemeentegrens
naar het midden van de nieuwe bedding.
Dat het bij normalisering van grenswaterlopen bijna nooit tot wijzi
ging der gemeentegrens is gekomen, is duidelijk wanneer men de
procedure leest die hiervoor volgens de thans vervallen artikelen 157
tot en met 166 der gemeentewet werd vereist. Het oude artikel 158
schreef nl. voor, dat Gedeputeerde Staten, alvorens een voorstel van
wet tot grenswijziging voor te dragen het oordeel moesten vragen, niet
alleen van de betrokken gemeenteraden, doch ook in elk der ge
meenten van een door de kiezers van de raad te kiezen commissie uit
de ingezetenen.
Artikel 159 schreef voor dat de leden dier commisie door de
kiezers gekozen moesten worden buiten de leden van de raad en tot
eenzelfde aantal.
M.a.w. er moest komen een z.g. dubbele gemeenteraad.
Het is duidelijk dat men voor een betrekkelijke kleinigheid als het
verleggen van een gemeentegrens naar de nieuwe bedding van de
genormaliseerde grenswaterloop, niet overgaat tot.het houden van ver-