23
f=\/n+f;
lengte polygoon
aantal zijden
6
9
gemiddelde afstand
1629
2581
2383
2478
3088
6461
2123
2867
6732
11
13
24
12
24
8
8
272
287
298
225
238
270
265
239
280
0,20
0,64
0,39
0,15
0,34
0,40
0,33
0,35
0,62
Rendement: 1 uur 15 minuten voor 1 km; in 8 uur 6,4 km. De latten waren tot
op 0,2 mm nauwkeurig, de lengte kon naar willekeur worden geregeld: 3, 4 of
5 m; in Lodz werd alleen van vijf meter gebruik gemaakt.
J. Drake gebruikte een lat van 2 m van invar voor zijden die naar evenredig
heid korter waren.
1942, blz. 139. Raymond Martin. De driehoeksmeting van het land (vervolg).
Geeft een beschrijving van de projectie van Lambert, een conforme projectie.
Lijnen van gelijke vergrooting zijn de parallelcirkels. Het centrum is dus de
pool. Een verschil met de stereografische projectie is, dat de lijnen van gelijke
vergrooting niet één, maar twee cirkels vormen aan weerszijden van een minimum.
Frankrijk is verdeeld in drie strooken, drie stelsels met drie verschillende parallel
len van minimale vergrooting. De stelsels worden genoemd: Lambert I of Noord,
Lambert II of centraal en Lambert III of Zuid. De drie oorsprongen zijn zoo ge
kozen, dat alle punten in het eerste kwadrant liggen. Er zijn overlappingen
waarin de punten in beide stelsels gegeven zijn.
Verder geeft het artikel aan den stand van de werkzaamheden in 1939 van
de nieuwe driehoeksmeting van Frankrijk. Een band van driehoeken loopt on
geveer Noord-Zuid (vertikaal) en verdeelt Frankrijk in een Oost- en een West
helft. De Oosthelft is door vijf horizontale banden van driehoeken en één ver-
tikalen band verdeeld in blokken. Deze banden vormen het geraamte van de
primaire driehoeksmeting, die in de Oosthelft geheel verkend is ten Noorden
van Lyon. In de Westhelft zijn twee horizontale banden verkend, maar nog
niet gemeten.
Verder is langs de Oostgrens en de Noordgrens een klein deel van het
detailnet gemeten.
1943 blz. 228 L. Poichet. Les systèmes optiques déviateurs.
Een lichtstraal kan evenwijdig aan zichzelf verplaatst worden door hem een
planparallelle glasplaat te laten passeeren (bij het aflezen van; een baak; in een
afleesmicroscoop)Hetzelfde wordt bereikt door den lichtstraal door twee pris
ma's te laten gaan met gelijke brekingsindices en gelijke doch tegengesteld ge
plaatste brekingshoeken. Wijziging van den afstand van deze prisma's in de
richting van den lichtstraal wijzigt den afstand van in- en uittredenden straal
en is daarvan de maat. Het beste systeem lijkt wel de combinatie van drie pris
ma's in één blok, prisma's met verschillende brekingsindices. Het totale resul
taat is dat de lichtstraal evenwijdig aan zichzelf uittreedt, de afstand van in- en
uittredende straal is afhankelijk van de plaats waar deze het stelsel binnenkomt,
zoodat verplaatsing van het stelsel loodrecht op de richting van den lichtstraal
den afstand wijzigt.
Er worden nog meer methoden beschreven en men krijgt sterk den indruk,
dat het laatste woord op dit gebied nog lang niet is gesproken.
Dezelfde schrijver behandelt elders 1944/10) het aanbrengen van verdeelin
gen op glas door middel van mechanische, chemische en fotografische methoden
en pleit dan voor unificatie van productie. Zou dit, nu de optische industrie in
Duitschland wegviel, ook voor ons land iets zijn?
1942, blz. 172. M. J. Charbonnel. Nieuw apparaat voor meting van topogra
fische bases.
Beschrijft een toestel voor lengtemeting. Er wordt gebruik gemaakt van een
draad van invar van 20 m. Gemeten wordt onder spanning over driepooten. Bij
deze methode is het zwakke punt gelegen in de moeilijkheid gelijktijdig aan te