240
voeging natuurlijk verbeteringen zijn aan te brengen vooral als dit
gepaard zou gaan met het bouwen van verschillende wederopbouw-
boerderijen op de nieuwe kavels. De bedrijven blijven echter in het
algemeen te klein.
Er moet dus verder gezocht worden naar de oplossing van de pro
blemen die zich hier voordoen ten einde de bevolking een grotere
welvaart te verzekeren.
Het gebied is overbevolkt. Een iooo-tal arbeiders gaat dagelijks
naar Nijmegen waar ze hoofdzakelijk werkzaam zijn in de schoen
industrie.
Een stap in de goede richting zou zijn als in Groesbeek een industrie
zou kunnen worden gevestigd. De mensen met de kleinste bedrijfjes
konden dan een behoorlijk bestaan krijgen. Pogingen in deze richting
door het Gemeentebestuur van Groesbeek aangewend hadden tot dus
verre geen resultaat.
Als de plannen van grenscorrectie doorgang vinden komt een ge
deelte van het „Reichswald" bij Nederland. Dit bos heeft zoveel ge
leden dat van de 9000 ha ongeveer 8000 moeten worden gekapt. Vlak
over de grens ligt een gebied van 300 ha dat betrekkelijk gemakkelijk
tot goede bouwgrond is te maken. Door dit gedeelte in het ruilver-
kavelingsblok te betrekken zouden medegerekend de eerder ge
noemde Duitse eigendommen verscheidene bedrijven tot 4 a 5 ha
kunnen worden vergroot. De inleider beschouwt deze voor de streek
als voldoende rendabel vooral als propaganda wordt gemaakt voor
tuinbouw, inzonderheid fruitteelt.
De bevolking zelve die vreest nooit onder de druk van de financiële
zorgen uit te komen, voelt in het algemeen niet veel voor ruilverkave
ling, omdat dit weer een verhoging van kosten zou betekenen.
Na de zeer duidelijke uiteenzetting van de Heer Ter Brugge werd
per auto een tocht gemaakt naar het ruilverkavelingsgebied. Via Nij
megen en Beek reed men aan de Noordzijde het blok binnen waar aan
de Duitse grens direct het grote verschil was te constateren tussen
de opbouw hier en in Duitsland. Hier zijn behoorlijke noodvoorzie
ningen gebouwd van nieuw materiaaleen 35-tal boerderijen is reeds
definitief opgebouwd.
In Duitsland begint men nu met de reparatie van boerderijen uit
particulier initiatief met oude stenen. Woonhuizen staan nog net als
in 1945 direct na de strijd.
Het doet weldadig aan te zien dat de Nederlandse bevolking in dit
zo geteisterde gebied niet bij de pakken is gaan neer zitten, maar
krachtdadig heeft meegewerkt aan het herstel.
Via Groesbeek werd gereden naar een ander punt van de Duitse
grens, alwaar men de grote vernieling van het „Reichswald" kon
waarnemen.
Hier zegde de voorzitter de Heer Ter Brugge hartelijk dank voor
zijn interessante voorlichting en werd de excursie ontbonden, waar
mede de 24e vergadering van de Hoofdafdeling tot het verleden
behoorde.
Arnhem, Augustus 1947. M. W. Panman