242
gewoond door vertegenwoordigers van de Commandant Zeemacht en
de Directeuren van Justitie, van Verkeer en Waterstaat, van Econo
mische Zaken, van Binnenlands Bestuur, van Sociale Zaken en van
Financiën (op de eerste beide vergaderingen was de vertegenwoor
diger van de Legercommandant niet aanwezig).
Zij stonden onder leiding van de Heer J. v a n Mil, Hoofd van
het Kadaster (Justitie) terwijl het secretariaat werd waargenomen
door Mr C. G. v a n Huls, Referendaris bij het Kadaster.
De voornaamste punten van de agenda luidden
1) Bespreking voornemen Dir. van Justitie inzake opheffing Perma
nente Kaarteringscommissie, ingesteld bij G. B. van 17 Februari
1938 nr 29.
2) Bespreking voornemen van de Legercommandant en de Dir. van
Justitie inzake instelling van een Directorium.
In zijn inleiding memoreerde de Voorzitter, dat na de verschijning
van de Memorie Plasman (zie Huish. Org. der Ver. v. K. en L., nr
108 blz. 8-29) de Dir. van Justitie dd 5 Juli 1946 zijn voornemen
kenbaar maakte om tot reorganisatie van het meet- en kaarteerwezen
over te gaan.
Gedacht werd aan opheffing van de P.K.C. van 1938, welke met
haar adviserend karakter 'haar doel niet heeft kunnen bereiken, en
aan de instelling van een coördinerende landmeetkundige dienst, be
schikkend over een corps van academisch gevormde landmeetkundigen,
welke
a algemeen bindende voorschriften kan geven in het belang van de al
gemene landskaartering en de economische opzet der metingen
b belast wordt met de leiding bij de opzet en de uitvoering van geo
detisch werk van hoger orde;
c controle uitoefent op de uitvoering der eigenlijke meet- en kaarte-
ringswerkzaamheden, welke blijven voorbehouden aan de belang
hebbende instanties.
Na overleg met Generaal Spoor werden deze oogmerken in zoverre
gewijzigd, dat de reorganisatie in plaats van aan een landsdienst be
hoorde te worden toevertrouwd aan een Directorium, gevormd door de
Legercommandant bijgestaan door het Hoofd van de Topografische
Dienst, de Dir. van Justitie, bijgestaan door het Hoofd van het Ka
daster, en uit een wetenschappelijk man op landmeetkundig gebied,
doch niet verbonden aan een der bestaande ambtelijke diensten.
De vergadering besloot unaniem te adviseren tot opheffing van
de P.K.C.,,hoe eerder hoe liever", zoals de vertegenwoordigster van
Financiën zich uitdrukte.
Het zal niemand verwonderen, dat het volgende agendapunt, het
welk de Voorzitter had onderverdeeld in de discussies over
1. de wenselijkheid en eventuele samenstelling van een Directorium;
2. de onderdelen, welke tot de werkingssfeer van het Directorium
zullen behoren
3. de bevoegdheden en plichten van en