258
2. Calqueren op alle transparante materialencalqueerlinnen, koda-
trace, film, e.d.
3. Het inkten, kleuren, beschrijven en opwerken van verschillende
soorten kaarten, waarbij enige kennis van dit onderdeel der karto-
grafie moet blijken (harmonie, contrast, evenwicht, enz.). Doel der
Hoofdcommissie voor Normalisatie en het gebruik van enige nor
maalbladen.
4. Oppervlaktebepaling. Alle gangbare methoden van oppervlakte
bepaling.
5. Eenvoudige landmeetkundige .berekeningen, zoals deze o.a. wor
den geëist voor landmeettechnicus.
6. Construeren van lengte- en dwarsprofielen uit waterpassingen.
Het aanbrengen van hoogtelijnen op een kaari.
7. Enige kennis van het Kadaster. Doel van het Kadaster, gebruik
van het archief en wijze van bijhouden.
8. Kaartcren uit bouwkundige en waterbouwkundige tekeningen.
9. Kennis van enkele onderwerpen uit de zvoningivet en de onteige
ningswet.
10. Enige kennis van reproductiemethoden.
De duur van de examens is gesteld op twee dagen. Daar zij alleen
schriftelijk worden afgenomen, kunnen zij gedecentraliseerd worden
gehouden. Het diploma wordt uitgereikt indien de candidaat voor de
beide gedeelten der examens voldoende heeft behaald.
VERSLAG VAN DE TOESTAND EN DE VERRICHTINGEN
VAN DE FEDERATIE
Het afgelopen verslagjaar is voor de Federatie zeer belangrijk ge
weest. Allereerst is de overname van de uitgave van het Tijdschrift
voor Kadaster en Landmeetkunde en het beheer van de bibliotheek
der Vereniging voor Kadaster en Landmeetkunde op I Januari 1947
een feit geworden. Een woord van dank wordt gebracht aan het be
stuur dezer Vereniging voor de grote medewerking, die werd ver
leend bij de overname van de „vlag", die lange jaren deze vereniging
sierde. Het zal één der voornaamste taken der Federatie zijn de grote
waarde van het Tijdschrift voor de landmeetkunde in Nederland en
de Overzeese Gebiedsdelen te handhaven.
Ook voor de landmeetkunde in de Overzeese Gebiedsdelen, want als
tweede belangrijke gebeurtenis kan worden genoemd het herstelde
contact met de Vereniging van Landmeters van het Kadaster in Ned.-
Indië. Einde 1946, kort nadat het verenigingsleven in Ned.-Indië zich
ontplooide, trad de Federatie in verbinding met het bestuur van de
genoemde vereniging. Het bestuur besloot, op voorstel van de Fede
ratie, met ingang van 1947 weer aan zijn financiële verplichtingen te
voldoen. Van groter belang nog was het besluit het Indische Tijd
schrift niet meer uit te geven, maar het Tijdschrift voor Kadaster en
Landmeetkunde als wetenschappelijk orgaan van de beoefenaren der
landmeetkunde in Ned.-Indië te beschouwen!
In verband hiermede werd door de Redactie van het Tijdschrift een
medewerker voor „Recht en Administratie in Ned.-Indië" wenselijk