272
alleen noemen in verband met puntenparen uit eenzelfde meting of
uit dezelfde metingen, tenzij nadrukkelijk anders is aangegeven.
Eisen nu gesteld aan deze relatieve nauwkeurigheid over bepaalde
afstanden bepalen in hoge mate de opzet van het meetlijnennet. De
zgn. „eigen maten" beogen vastlegging en uitzetting van twee
punten onderling met een te verwaarlozen relatieve nauwkeurigheid
in de richting van hun verbindingslijn, een eendimensionale nauw
keurigheid dus.
Behalve dat deze vaste-puntenmethode, zoals ik hem ter onder
scheiding wil noemen, prachtig kan dienen om beide soorten fouten-
krommen te demonstreren in zeer absolute vorm, heeft hij bijna alleen
nadelen
Ten eerste zijn de waarschijnlijk blijvende punten zeer onevenredig
verdeeld over het terrein. Aanvulling hiervan door ijzeren buizen of
betonpalen is zonder contrölemogelijkheid in de praktijk slechts van
beperkte waarde gebleken. Deze schaarste aan vaste punten is dan
veelal aanleiding de meting slechts aan twee dezer punten op te
hangen, waardoor bij bredere stroken de uitzetnauwkeurigheid in
het gedrang komt.
Ten tweede vervalt meestal de mogelijkheid tot voldoend nauw
keurige grensuitzetting bij verdwijning of storing van de vaste punten
en tevens waar meetlijnen door bebouwing, vergraving e.d. onbruik
baar zijn geworden, wat, zoals de praktijk heeft uitgewezen, reeds na
enkele jaren veelal het geval is.
Men heeft dan ook gezocht naar een vastlegging van belangrijke, zo
niet alle, meetpunten op een wijze die van storing in hoge mate onaf
hankelijk is en reconstructie en bijmeting toelaat ook zonder opzetting
van het oorspronkelijke meetlijnensysteem. Speciaal wilde men ver
mijden, dat het verband tussen verschillende metingen alleen gelegd
kan worden door middel van een groot aantal terreinpunten. Wij zien
ook hier de noodzakelijkheid om de onderlinge ligging van punten in
een getallensysteem uit te drukken, waarvoor eveneens de methode
van coördinatenberekening uitkomst geeft, rechtstreeks aansluitende
bij de vanouds bekende orthogonaalmethode van detailmeten.
Coördinaten kunnen berekend worden via driehoeksnetten, enkele
puntsbepaling, veelhoeken en meetlijnensystemen. Het gekozen assen
stelsel kan volkomen willekeurig zijn, alleen is vereist een samen
hangend systeem over het te meten gebied, d.i. voor het kadaster het
gehele land. Een coördinaat behoeft op zichzelf dus niets te betekenen,
belangrijk is slechts de door coördinaten bepaalde onderlinge ligging
van de punten, ofwel de vorm van de hierdoor gedefinieerde figuur.
Alle in coördinaten berekende of te berekenen punten, of dit nu
driehoekspunten, meetpunten of punten van de eigenlijke detail
opname zijn, moet men als verstoorbaar beschouwen. Bij de opzet
van deze methode moet er dan ook rekening mee gehouden worden,
dat na verloop van tijd slechts enkele in coördinaten bekende of te
berekenen punten als betrouwbaar overblijven. Dit betekent, dat voor