276 afstanden tussen eventueel blijvende punten, onze latere uitgangs punten, groter worden. Dit heeft voor de kadastrale techniek het merkwaardige gevolg, dat in eenzelfde nauwkeurigheidsgebied in bebouwd terrein minder zorg aan de puntsbepaling behoeft te worden besteed dan in landelijk terrein. In het eerste gebied toch is de afstand tussen de genoemde uitgangspunten gelijk te stellen aan die tussen twee parallelstraten immers verdwijnen van grotere dorps- of stadsgedeelten door oorlogs geweld of sanering zien wij steeds gevolgd door herverkaveling en niet door grensuitzetting. In landelijk terrein treffen wij hoogstens enkele boerderijen aan, waarvan vele slechts een onnauwkeurige aan meting toelaten, terwijl door de verspreide ligging de mogelijkheid van verbouw of herbouw de waarde van deze aanmetingen nog ge ringer maakt, daar veelal geen betrouwbaar verband tussen oud en nieuw te leggen is. Men moet hier dus met een volledige verstoring van het puntennet over grote gebieden rekening houden. Enigszins zou men dit laatste kunnen beperken door het plaatsen, ook buiten de bebouwde kom, van boutjes in enkele soliede con structies, of door op vaste afstanden van een a twee kilometer speciale zorg aan de puntverzekering te besteden met regelmatige controle tegen verstoring via verklikkerpunten. Dit zou tevens het grote voor deel hebben, dat als later voor uitvoering van technische werken in een bepaalde strook een nieuwe nauwkeuriger meetkundige grond slag gelegd moet worden, aansluiting tussen oude en nieuwe grond slag via deze punten mogelijk is zonder identificatie- en storings- fouten. Na gedeeltelijke herberekening en kaartering, die zich zover moet uitstrekken als voor een juist verloop van de relatieve nauw keurigheid gewenst is, krijgt men dan zonder hermeting ook van brede stroken buiten de strikt noodzakelijke, een goed verband tussen nieuwe en oude metingen. Bij deze opzet is dus de, slechts met grote kosten mogelijke of veelal, zoals in veengebied, zelfs onmogelijke, algehele instandhouding van het puntennet voor het kadaster niet noodzakelijk. Een critisch ingestelde praktijk zal hier de grens tussen mogelijk en noodzakelijk in technisch en economisch opzicht moeten vaststellen. Voor technische diensten ligt dit alles heel anders. Primair voor hen is het leveren van de onderlinge ligging van een aantal markante objecten, als huizen, bruggen en andere technische werken, waar tussen of waarover een nieuw project ontworpen moet worden. Ge ringe schranking zowel tengevolge van meting als van uitzetting, over vaak grote afstanden, ook in landelijk terrein, is hiervoor een hoofd vereiste. Vaak is een dusdanige geringe schranking vereist, dat plaatselijk een speciale zeer nauwkeurige meting moet worden uitgevoerdik denk hier aan de plaatsbepaling van steunpunten van bruggen, consta tering van grondverschuivingen bij grote ingravingen als voor de Maastunnel, e.d. Tevens komt hier als belangrijke factor bij de nauw-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1947 | | pagina 282