293
B
C
D
E
A
io3 i
„ioio ten name van B, ioii t.n.v. A, daarna vervalt ion en ontstaan
„1020 C, 1021 A, 1021
„Béschik ik over bovengenoemd register, dan staan achter het
„minuutperceel 100 alle titels van A en zijn voorgangers. 1010 en
ion worden beide verwezen uit 100. Achter perceel 1011, waarvan
,,A eigenaar blijft, wordt de titel van C vermeld; vervalt 1011, dan
„ziet de landmeter achter dit perceel oud nr 100 aangetekend, hij zal
„derhalve 1020 uit 1011 en oud nr 100, en 1021 alleen uit oud nr 100
„verwijzen. Evenzo verwijst hij 1040 uit 1031 cn 100; 1041 alleen uit
„nr. 100.
„Bij de thans in gebruik zijnde methode moet men voor titelonder-
„zoek van 1041 als volgt terugzoeken 1041-1031-1021-1011-100. Bij
„het laatste perceel vindt men pas de titel van aankomst van A.
„Het spreekt wel vanzelf, dat de landmeter, voor zover de ver
rijzing moet dienen voor titelonderzoek, niet ad infinitum kan door-
„gaan met verwijzen; dit is ook niet nodig; men zou een voorschrift
„kunnen maken, dat naar percelen die bijv. langer dan 50 jaar geleden
„zijn vervallen, niet meer behoeft te worden verwezen. Een eventueel
„verder onderzoek is ook dan nog zeer eenvoudig. Ook zal het veel
„voorkomen, dat het aantal percelen waarnaar moet worden ver-
„wezen, bij verdere vernummeringen kleiner wordt. Soms zal de
„vroegere verwijzing geheel kunnen vervallen, bijv. bij ruilverkave
lingen of onteigeningen.
Tot zover het citaat; de betekenis van de drie kolommen zal nu wel
duidelijk zijnhierin wordt verwezen naar die oude percelen waarvan
het tegenwoordige afkomstig is en die vroeger al eens in een over-
of ingeschreven stuk zijn genoemd.
Bij het uittrekken van de oude stand uit de perceelkaart, neemt de
landmeter de verwijzing uit de drie kolommen over, hij zoekt in de
69a, b en c op, of achter het perceel dat gaat vervallen inschrijvingen
of overgeschreven titels genoteerd staan en maakt op de nieuwe per
ceelkaart de verwijzing in de drie onderhavige kolommen op. Dit
IOIO
1020
1030
1040
1041
102 I
101 I
IOO
>.1030 D, 1031 A, 1031
„1040 E, 1041 A, enz.
