Reorganisatie van het kadaster 305 „Gedenkboek B.W. 1838-1938"Van Nieuwkuyk, Verbetering van ons stelsel van overdracht van onroerend goed, ac. prfschr. 1922; Verslag Staatscommissie 1906; idem Reorgan. Cie i.z. Kadaster 1918. Over de betekenis van het begrip „openbare registers" o.a. ook Carel Asser, De Vergelijking van het Burgerlijk Wetboek met den Code Napoleon, 1838; Asser-Scholten, uitgave 1945; Hof- mann, Zakenrecht, 3e druk 1944; Veegens-Pitlo, Zakenrecht; Mr A. Pitlo, Hoofdstuk V van zijn „Kort begrip van enige burgerrechtelijke vraagstukken; Suyling, Inleiding tot het Burgerlijk Recht, deel V (Zakenrecht). Voorts uiteraard de oudere handboeken over privaatrecht. W. van Riessen, Civiel-landmeter en Cand.-notaris, Hypotheekbewaarder, s-Gravenhage Door de redactie van dit Tijdschrift hiertoe in de gelegenheid ge steld, wil ik gaarne enige opmerkingen maken naar aanleiding van bovenstaand artikel van Mr Schuttevaer. De studiecommissie voor reorganisatie van de kadastrale dienst kan niet anders dan verheugd zijn over het feit, dat van zo deskundige zijde de discussie over haar rapport wordt geopend. Doch tegelijk zal het haar teleurstellen, dat haar bedoelingen door de inzender ten dele zo weinig gewaardeerd worden. Wel blijkt Mr S. in te stemmen met het geen op blz. 166 over het kadaster wordt opgemerkt; zelfs hoopt hij, dat hij in zijn pessimisme, wat de mogelijkheid tot verandering betreft, ongelijk zal krijgen, waaruit blijkt, dat hij waardering heeft voor het streven van de SC, doch wat de voorgestelde maatregelen betreft, is zijn lof niet groot. De SC heeft duidelijk doen uitkomen, dat zij in het bestaande stelsel van publicatie inzake de overgang van zakelijke rechten, dat als on volledig negatief kan worden aangeduid, evenals de Staatscommissie 1906, geen ingrijpende principiële veranderingen wenst te zien aan gebracht. In geen geval ligt het in haar bedoeling, zoals Mr S. dit zou willen, te ijveren voor de invoering van een positief stelsel hier te lande. De gebreken die ons huidige stelsel te zien geeft, zijn niet zo groot, dat de commissie een lans zou willen breken voor een positief systeem, dat vaak, waar het bestaat, met name in Duitsland, op zijn minst even grote gebreken vertoont. Dit was haar uitgangspunt. Zij heeft alleen opnieuw de discussie willen openen over de manier, waarop het bestaande negatieve stelsel, met behoud van zijn juridische grond principes, kan verbeterd worden, zij het dan ook, dat zij een min of meer positieve „zuivering" voorstelt waar de rechtstoestand te ver ward is geworden (ontwerp-Hermetingswet). Noch het Torrensstelsel met zijn verhandelbaar waardepapier, dat het onroerend goed repre senteert, noch het Duitse Grundbuchsysteem acht de SC te passen in ons rechtsstelsel en bij onze volksaard. Natuurlijk wil zij, het is juist de bedoeling van haar rapport, dat de door haar behandelde materie nu verder door anderen zal worden bewerkt, doch zij meent, dat in haar bouwwerk de juridische specie geenszins ontbreekt. 20

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1947 | | pagina 309