30
de voorbereiding van de plannen;
de totstandkoming van de plannen en de uitvoering.
Voor elk dezer rubrieken mogen enkele punten worden aange-
teekend.
Het zou voor den stedebouwer van belang zijn, te kunnen profi-
teeren van de uitnemende locale kennis van den Landmeter. Deze
zou kunnen leiden tot betere kennis van zeden en gebruiken bij
eigendomsindeeling, oriënteering van perceelen, plaatsing van ge
bouwen op de eigendommen, terreinafscheiding, enz. Deze locale
kennis zou de gegevens kunnen verstrekken omtrent den samen
hang tusschen perceelsvorm en nederzettingsvorm eenerzijds en de
maatschappelijke en physisch geografische gegevens anderzijds. En
meer verwijderd, doch niet minder belangrijk, zou zij kunnen leiden
tot de studie van de eigendomsontwikkeling, de eigendomsverhou
ding en verdeeling en vooral den socialen en maatschappelijken
achtergrond hiervan.
Vervolgens maakt de stedebouwer gretig gebruik van het kaart
materiaal dat Kadaster of Landmeter levert of leveren kan. Enkele
wenschen mogen hier nog naar voren worden gebracht.
Er bestaat vooral behoefte aan drie soorten kaarten:
le. Kadastrale kaarten op schaal 1 1000 voor de bebouwde kom
men. In de toekomst, wanneer saneeringsplannen, regelingen
voor de bebouwde kom, rooilijnvoorschriften e.d. steeds meer
gevraagd zullen worden, zal de noodzaak van de 1 1000 kaar
ten onweerlegbaar zijn.
2e. Kadastrale kaarten 1 2000 of 1 2500. Het verdient uiteraard
sterk de voorkeur om slechts één schaal hier te voeren. De
eischen die de stedebouwer aan deze kaarten stelt, zijn naast
uniformiteit in de schaal, ook de aanpassing van de bladen on
derling, en het passen in de Rijksdriehoeksmeting. Deze kaar
ten vormen den aangewezen ondergrond voor alle uitbreidings
plannen in onderdeden.
3e. Kaart 1 10.000 berustende op de kadastrale kaart, aangevuld
met eenige belangrijke topografische gegevens en met vereen
voudiging in de kommen. Uiteraard zouden ook deze kaarten
moeten passen in het Rijksdriehoeksnet en in eenheden be
schikbaar moeten worden gesteld, die overeenkomen met de
indeeling van de topografische bladen. Het belang van de be
schikking over deze bladen is bijzonder groot. Ik moge slechts
noemen Streekplannen en uitbreidingsplannen in hoofdzaak,
bodemkaarteering, traceering van wegen, ruilverkavelingen en
ontginningsplannen.
Behalve deze kaarten zijn uiteraard vaak andere kaarten en me
tingen van belang, waarbij de hoogtekaart en de terreinprofielen
hier in het bijzonder genoemd mogen worden.
De tweede rubriek, nl. die van de totstandkoming en uitvoering
van stedebouwkundige plannen, waaronder hier gemakshalve ook
ruilverkavelingen en openbare werken gerekend worden, vraagt om