309
gemaaktde SC heeft aan het Bestuur van de Vereniging voor K. en
L. verzocht, deze woorden door „eigendomsgrens" te vervangen bij
rectificatie.
De vermelding van de kadastrale aanduiding wilde de SC het liefst
als algemene, dwingende bepaling zien opgenomen in het B.W., zodat
dit voor de boekhouding onmisbare gegeven niet langs een omweg, via
de Notariswet, in de akten komt. Men moet een akte die geen of on
juiste kadastrale kenmerken bevat voor overschrijving kunnen
weigeren
Doch wanneer men de kadastrale kenmerken als bindende om
schrijving verplicht stelt, is het logisch, dat er dan ook zekerheid besta,
dat het door het Kadaster aangeduide identiek is met het betrokken
onroerend goed. Hier komt een sterk „positief" element naar voren.
Volgens Boer kan een positieve specialiteit samengaan met het nega
tieve stelsel van openbaarheid, dus in het midden latend wie recht
hebbende op een object is, kan dit object toch bindend door het
Kadaster en door het Kadaster alleen bepaald worden in zijn
omvang.
De SC heeft het niet aangedurfd zij achtte het nu nog te in
grijpend in ons rechtssysteem om de kadastrale aanduiding in de
wet zo hoog te stellen, dat zij gaat boven elke andere omschrijving
van het onroerend goed. Dit kan als het Kadaster technisch maar vol
maakt is, d.w.z. dat het iedere bij opmeting geregistreerde grens te
allen tijde weer op het terrein kan uitzetten. Bij koopovereenkomst
wordt dan dat stuk grond geleverd door overschrijving van de akte,
zoals dit is bepaald door zijn kadastrale kenmerken. Dan geldt de regel
van Boerwie een kadastraal perceel koopt, kan zich van te voren van
de omvang er van vergewissenhij behoeft dus nooit een kat in de zak
te kopen. Zegt hij later meer te hebben gekocht dan hetgeen het
Kadaster aangeeft, dan is hij te kwader trouw. Men kan ook minder
ver gaan.
De rechter dient in alle geval bij een grensgeschil eerst te rade te
gaan bij het Kadaster; immers daar komen de twistenden nu in eerste
aanleg toch ook altijd. De door de landmeter uitgezette kadastrale
grens is dan voorlopig de eigendomsgrens. Tegenbewijs kan worden
geleverd. Ware dit principe in de wet opgenomen, dan zou het een
goed fundament voor een grotere juridische betekenis van het
Kadaster opleveren.
De meeste door de SC in het hoofdstuk „Bijhouding van het
Kadaster" aan de hand gedane verbeteringen hebben alleen op de „bij
houding" betrekking. Men moet niet een theoretisch en praktisch op
de hoogte zijnd jurist wezen, doch een kadasterambtenaar die een
ruilverkaveling heeft meegemaakt, om goed te beseffen, hoe meer dan
hopeloos verward de boekhouding op de grondeigendom is in sommige
delen van het land, en hoe onmogelijk het bijkans is, om met behulp
van de openbare registers iemands rechten vast te stellen. Niet alleen
in ruilverkavelingsstreken, doch ook elders, zij het gelukkig meestal
op geringere schaal, komen boekhoudkundig slechte toestanden voor,
die de rechtszekerheid slechts in gevaar brengen en met de bestaande
wetgeving niet weggewerkt kunnen worden.