314 B.W. De nieuwe staten zullen zeker ook de registratie van de Indische rechten op een goede basis eisen. Men zal met grote veranderingen in het kaartwezen rekening moeten houden, het vervaardigen van kaarten op grote schalen van alle terreinen buiten de cultuurcentra zou een steriel bezit opleveren en dient daarom achterwege te blijven. De door de vertegenwoordigers ingediende rapporten betreffende de behoeften van hun diensten gaven een variatie van schalen, welke loopt van i200 tot 110.000 en die een duidelijke aanwijzing is voor de noodzaak van ordening. Fotografische vergroting of verkleining levert bovendien tal van mogelijkheden voor bijzondere gevallen. Na ampele discussies kwam de vergadering tot overeenstemming over de schaal 15.000 als zijnde de aan te bevelen schaal voor een alge mene moederkaart, de beslissing over verschillende detailpunten als de dichtheid der tranches overlatende aan het oordeel van het Direc torium. In de vijfde vergadering waarin later Dr Ir P. Honig, Voorzitter van de Natuurwetenschappelijke Dienst als gast aanwezig was, deed de Heer Kint mededeling van een brief, waarin Prof. Ir P. H. Pol dervaart, Hoofd van het Geodetisch Bureau, Hoogleraar aan de T.H. te Bandoeng, hem verzoekt de aanwezigen mede te delen, uiterst verbaasd te zijn, dat in een vergadering van deze samenstelling over geodetische werkzaamheden van hogere orde wordt gediscussieerd met de bedoeling de Regering dienaangaande voorstellen te doen. De notulen getuigen van een dusdanige eenzijdigheid en ondeskundigheid op dit gebied, dat hij Prof. P. zich genoopt ziet de Regering ter zake voor te lichten. De discussie over deze mededeling, waarbij o.a. werd opgemerkt, dat Prof. Poldervaart niet tot de door de Legercommandant aange wezen vertegenwoordigers behoort, doch dat het Directorium zich t.z.t. op het stuk van de hogere geodesie ongetwijfeld met hem zal verstaan, werd afgebroken door de komst van Dr Honig, wiens aan wezigheid door de Voorzitter werd gemotiveerd door het betrekken van zijn naam en zijn dienst in de besprekingen van de vorige ver gadering. De Voorzitter gaf vervolgens een uiteenzetting van zijn zienswijze omtrent de organisatie voor het tot stand komen van de kaart op schaal 1 5.000 en haar bewaring en bijhouding, welke hierop neer komt, dat het Directorium een centraal federatief orgaan vormt, dat leiding geeft in grote lijnen, terwijl met het oog op de gedecentrali seerde opzet van de overige bemoeiingen een grote delegatie van be voegdheden aan de gewestelijke kadasterkantoren en andere gedecen traliseerde kantoren zal moeten plaats hebben. Zonder deze inschake ling van gewestelijke deskundigen, waaronder Spr. ook de kantoren van grote particuliere lichamen rekent, zullen de moeilijkheden zo groot zijn, dat de coördinatie daarin verdrinkt. Uitvoerig werd stilgestaan bij de bevoegdheden, welke het Direc torium zal hebben t.a.v. de Chef Staf, waarbij Dr Honig opmerkte, dat het Departement van Oorlog nimmer een uitspraak van het Direc torium als een finale uitspraak zal aannemen. Spr. was van oordeel, dat er moet zijn een centraal college, dat zich bezighoudt met alle

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1947 | | pagina 318