316
Boekbeoordeling
Inrichting van het Kadaster en voorschriften betreffende
de Landmeetkundige Dienst, door A. C. J. H o f, Land
meter van het Kadaster, Hoofd van het Centraal teken
en opleidingsbureau te 's-Gravenhage216 blz., 14 X 20
cm, prijs 2.50 (te bestellen bij de Rijksdrukkerij en -uit
geverij, rechtstreeks of door bemiddeling van een post
kantoor), 1947.
Volgens het voorbericht van de schrijver is de uitgave vooral be
stemd voor de opleiding voor het tweede examen voor tekenaar van
het kadaster. Het is derhalve een studieboek voor aanstaande ambte
naren, die wanneer zij op het Centraal teken- en opleidingsbureau in
opleiding worden genomen nog op geen enkele wijze met de bureaux
van de landmeetkundige dienst of met de hypotheekbewaringen hebben
kennis gemaakt.
Het samenstellen van een boek, dat niet alleen een beschrijving moet
geven van de taak van de landmeetkundige dienst van het kadaster, de
betekenis van de hypothecaire en kadastrale stukken, de toepassing
van verschillende voorschriften, maar bovendien nog gericht moet
zijn op het bekwamen van de leerling voor het beroep van tekenaar
van het kadaster, is voorwaar geen gemakkelijke opgave.
Door het systematisch bundelen van diverse artikelen uit de Alge
mene Instructie voor de Ambtenaren van het Kadaster, van de voor
schriften neergelegd in verschillende circulaires en aanschrijvingen
en van de vele ongeschreven regels uit de landmeetkundige praktijk,
is de schrijver erin geslaagd de stof in een gemakkelijk leesbare vorm
te gieten.
In het boek zijn geen modellen opgenomen van de kadastrale en
hypothecaire registers of staten, noch van de formulieren bij de land
meetkundige dienst in gebruikhierdoor wordt de leerling bij zijn
studie genoopt een kadastraal plan, een staat 75, een legger enz.,
„in natura" te raadplegen, hetgeen ik voor hem als een voordeel be
schouw.
Vrijwel de gehele stof had in de hoofdstukken I tot en met VI,
welke achtereenvolgens de kadastrale plans, de kadastrale boekhou
ding, de hypothecaire boekhouding, het veldwerk, de hulpkaart en
de staat 75 behandelen, opgenomen kunnen worden. Terecht heeft
de schrijver hiervan afgezien, immers het aantal voorschriften voor
bijzondere gevallen gegeven is zo groot, dat waren deze alle in de
genoemde hoofdstukken verwerkt, de duidelijkheid en de overzichte
lijkheid van de leerstof hierdoor stellig zouden zijn geschaad.
Door een groot aantal tekeningen en voorbeelden in de tekst opge
nomen wordt de toepassing van vele voorschriften verduidelijkt. In
het bijzonder verdienen de vele voorbeelden te worden genoemd voor
de toepassing van artikel 88 I.K. en van de aanschrijving van 9 Augus
tus 1916, nr 70 (bezittersaanschrijving), waarbij een aantal gevallen
met een zekere climax van moeilijkheden wordt besproken.
De schrijver geeft hier een serie standaardvoorbeelden, die moeten