34
Militair Gezag, dat weinig begrip toonde voor de belangen van de gedupeerde
landbouwers en zich gewoonlijk op het standpunt stelde, dat de geheele vlieg
velden ook in de toekomst vliegvelden zouden blijven.
Het M.G. werd opgeheven en hiervoor in de plaats kwam het Bureau Aanleg,
Beheer en Onderhoud Vliegvelden, ressorteerend onder het Ministerie van De
fensie. Ook hier had men, in dit verband, weinig oog voor de landbouwbelangen.
Omdat de S.L.B. haar basis vond op de wetgeving van de bezettende macht,
werd deze stichting opgeheven en eerst in April 1946 vervangen door de
Stichting Beheer Landbouwgronden, die met nieuwe bevoegdheden is toegerust.
Met dit alles steeg de verwarring nog ten top, doordat met het gebrek aan
vervoers- en publicatiemogelijkheden, zuivering enz., de ambtenaren van den
eenen dienst niet meer wisten, welke bevoegdheden een andere dienst had en
bovendien niet op de hoogte waren met de onder de bezetting door het Bureau
Ontruiming en de Stichting Landelijke Bezettingsschaden met medewerking van
de Nederlandsche Heidemaatschappij reeds verzamelde gegevens en opgezette
plannen.
Gelukkig kon de Heer Mohrmann echter mededeelen, dat een en ander
zich de laatste maanden gunstig schijnt te ontwikkelen en tot slot gaf hij de
volgende uiteenzetting van den voorgenomen gang van zaken bij het vliegveld
T wenthe.
Het geheele complex van het vliegveld Twenthe zal in eigendom worden
overgenomen door de S.B.L. Het B.A.B.O.V. stelt de grenzen voor het toe
komstige militaire vliegveld op, terwijl de Rijksluchtvaartcommissie de grenzen
aangeeft op ditzelfde veld voor het toekomstige burgerluchtvaartterrein, welke
grenzen elkaar natuurlijk ten deele zullen dekken. Voor de resteerende gronden
zal door de Ned. Heide Mij een herverkavelingsplan worden opgesteld, hetwelk
na overleg door de Inspectie van den Dienst Landbouwherstel met Cultuurcon
sulent, Planologischen Dienst, Provincialen Waterstaat, Waterschap, Gemeenten
en andere instellingen tenslotte door de Directie van den Dienst Landbouwherstel
zal worden vastgesteld.
Bovendien is men voornemens in de omgeving van deze vliegveldgronden een
ruilverkaveling te doen plaats vinden. De aanvrage hiertoe zal binnenkort worden
ingediend. Voor een goeden gang van zaken is het noodig, dat men in het eigen
lijke vliegveldgebied uitgebreidere bevoegdheden heeft bij het opmaken van de
plannen dan de ruiiverkavelingswet geeft. Een goede samenwerking tusschen
de verschillende instellingen is thans wel verzekerd.
De voorzitten bracht den Heer Mohrmann dank voor deze heldere uiteen
zetting. Bij de gedachtenwisseling die hierna ontstond, merkte de Heer Gorter
op, dat naar zijn meening de Heer Sillevis het oog1 heeft op de kleine vliegvelden
en dat de heer S. het werk van het weer uitzetten der voormalige eigendomsgrenzen
wil voorkomen door de terreinen te onderwerpen aan een ruilverkaveling.
De heer Mohrmann deelde nog mede, dat de grootste moeilijkheden
zijn ontstaan door de stichting der opstallen op de vliegvelden. De grond is
slechts in gebruik gevorderd, dus de opstallen zijn gebouwd op eens anders
grond en de jurist stelt nu de vraag of dit geschied is te goeder of te kwader
trouw. Voor de oplossing van deze moeilijkheden wil men wettelijke bepalingen
in het leven roepen.
De Heer Gorter zag de toekomst voor de ruilverkaveling in Nederland
niet rooskleurig in i.v.m. het oproepen in militairen dienst van vele Landmeters,
werkzaam bij den kadastralen ruilverkavelingsdienst.
De agenda werd hierna vlot afgewerkt. De aftredende bestuursleden, de heeren
G. Bessem en Mr H. Iwema werden herkozen. De Heer H. van Leusen werd
verkozen als afgevaardigde naar de Algemeene Vergadering der Ned. Heide Mij.
Bij de rondvraag vestigde de Heer VanPanhuysde aandacht op de moge
lijkheid van ruilverkaveling bij eventueele grenscorrecties in het Oosten des lands.
Na een gemeenschappelijke lunch werd een excursie gemaakt naar de vrij
willige ruilverkaveling DeDalfserHooislagen, tot stand gekomen in 1920
en naar een def eerste wettelijke ruilverkavelingen, nl. N i e u w 1 e u s e n I. Door
de oprichting van het Waterschap ,,de Noorder Vechtdijken' in 1925 was de ver
betering der afwatering voor het blok Nieuwleusen I gewaarborgd en kon worden
overgegaan tot ruilverkaveling van dit gebied ter grootte van ongeveer 1200 ha.
Waar voorheen des winters zich een troostelooze watervlakte vertoonde, wordt