39
vaststelling van het plan van wegen en waterloopen door de belanghebbende
publiekrechtelijke lichamen, in 1938 uit de ruilverkavelingswet is verdwenen.
Dat overeenkomstig de Grondwet „de Provinciale Staten der waterschappen
grondwetgever zijn en derzelver inrichting vaststellen, gaat in het licht der ruil
verkavelingswet aan het wankelen," zegt de heer B.
Met deze zienswijze ben ik het niet eens; er wordt immers door de ruilverkave
ling niets veranderd aan de inrichting der waterschappen. Wanneer een enkele
maal tengevolge van de ruilverkaveling wijziging in de inrichting van één of meer
waterschappen wenschelijk is, geschiedt dit natuurlijk door de Staten.
Waar het slagen van een ruilverkaveling afhankelijk is van een snel verloop,
ter voorkoming van roofbouw met zijn consequenties, is het ook zeer ongewenscht,
dat Provinciale Staten beslissingen zouden moeten nemen aangaande het plan
waterschappen wenschelijk is, geschiedt dit natuurlijk door de Staten.
Beschouwen we de afwatering. Volgens den heer B. „liggen in het algemeen
de gronden, die verkaveld worden wel binnen waterschapsverband en zal vrijwel
steeds het betrokken waterschap reeds tot taak hebben: de zorg voor een
behoorlijke afwatering van het gebied, doch het zonder vrijwillige medewerking
van het waterschap verzwaren van diens taak, gaat nog slechts bij besluit der
Staten van de provincie, zooals in de grondwet wordt bepaald."
Volgens artikel 16, sub 2, der ruilverkavelingswet moet elke kavel zóó worden
gevormd, dat hij zoo noodig en mogelijk de gelegenheid tot behoorlijke afwatering
heeft. De taak van waterschap en ruilverkaveling is dus in dit opzicht dezelfde.
Behoorlijke afwatering is meestal slechts via ruilverkaveling economisch te be
reiken.
De ruilverkaveling neemt, in een meer omvattend saneeringsplan, een gedeelte
van de taak van het waterschap over. Inplaats van een verzwaring van de taak
van het waterschap, is hier eerder sprake van een verlichting.
Betreffende de toewijzing van eigendom, beheer en onderhoud, spreekt het
vanzelf, dat in nauw overleg met de betrokken publiekrechtelijke lichamen en
volledig rekening houdend met hun vroeger territoir en rechten en plichten, door
de plaatselijke en centrale commissie een voorstel voor Gedeputeerde Staten wordt
opgebouwd.
Van het besluit van Gedeputeerde Staten omtrent eigendom, beheer en onder
houd is bovendien beroep op de Kroon mogelijk.
Naar mijn meening is er dus geen sprake van een regeling, die een verzwaring
van zijn taak aan het publiekrechtelijk lichaam, tegen zijn wil, oplegt.
Tenslotte betreur ik het, dat de heer B. zijn artikel in De Zeeuwsche Polder
heeft geplaatst,
le omdat het naar mijn meening meer thuis hoort in een juridisch tijdschrift.
2e omdat het de conservatieve agrarische bevolking van Walcheren, die
onbekend is met de ruilverkavelingsprocedure, een gevoel van bezorgdheid
zal geven tegenover de ruilverkavelingsplannen, waar juist een opwekking
gewenscht is.
Arnhem, Nov. 1946. C. KROMBEEN.
In de zitting van 22 Mei 1946 van de Académie d'Agriculture de Prance werd
door den Heer Blanc de aandacht gevestigd op een publicatie in het tijdschrift
Science et Industrie, waarin een artikel voorkomt geredigeerd door de Inspection
Générale des Eaux en door de Génie Rural.
De Heer Blanc doet hier de volgende mededeelingen over. In de allereerste
plaats wordt de aandacht gevestigd op de ruilverkaveling, welke van het grootste
belang wordt geacht en waarover op het oogenblik iedereen spreekt; deze moet
de basis vormen voor de opleving van den Franschen landbouw. Groote resul
taten zijn reeds bereikt en op grond van de wet van 9 Maart 1941 zijn momenteel
ongeveer 600.000 ha in behandeling voor ruilverkaveling. Toch moet de werk
wijze versneld worden, daar men rekening moet houden met het feit dat ongeveer
10 millioen ha in ruilverkaveling moeten komen en men zal minstens 500.000 ha
per jaar moeten behandelen. Gerekend tegen een koers van 1939 worden de
onkosten geschat op 5 milliard francs en men kan rekenen op een meeropbrengst
van 10 milliard francs per jaar.
Behalve de ruilverkaveling is de ontwikkeling van het wegennet voor den