43
vergadering bij te wonen. Ons oudste buitengewone lid, de heer Van Hoecke,
moet verstek laten gaan wegens de gemeenteraadsverkiezingen in België. Spr.
leest een gedeelte van het schrijven van den heer Van Hoecke voor.
In het bijzonder heet spr. welkom den heer L. Marstboom, Géomètre-Chef de
Groupe du Cadastre, Secretaris van de Belgische Unie van Meetkundigen-Schat-
ters van Onroerende Goederen.
Spr. constateert met voldoening, dat:
bij beschikking van den Minister van Justitie van 25 October 1946 en van den
Minister van Sociale Zaken van 15 November 1946 werd verklaard, dat onze
huidige Vereeniging een voortzetting is van de op 10 Mei 1940 bestaande erkende
vereeniging; bovendien werden de gewijzigde statuten goedgekeurd,
we verheugende berichten hebben over de kadastrale werkzaamheden i.v.m. den
wederopbouw,
ons Tijdschrift dit jaar met drie afleveringen zal verschijnen,
het rapport van onze studiecommissie voor reorganisatie van den kadastralen
dienst grootendeels is verschenen,
tot gewoon hoogleeraar in het landmeten, het waterpassen en de geodesie te
Delft werd -benoemd de heer R. Roelofs. Spr. wenscht Prof. Roelofs ook van
deze plaats geluk met zijn benoeming,
er studieboeken zijn verschenen van de hand van onze leden Mr Jonas en
Harkink en binnenkort ook een boek van den heer Haasbroek is te verwachten.
De internationale betrekkingen werden ten deele hervat. Het initiatief hiertoe
ging van Frankrijk uit. Op 18 en 19 October van dit jaar kwam het Permanente
Comité te Dijon bijeen. De heer Vermeulen heeft onze vereeniging aldaar ver
tegenwoordigd. Spr. hoopt dat de I.L.F. zal bloeien en opent de vergadering.
b. De notulen der vorige vergadering (zie Tijdschrift 1946, blz. 34) worden
goedgekeurd met dank aan den vorigen secretaris.
c. Bespreking van de hoofdlijnen van het rapport van de studiecommissie
voor reorganisatie van den kadastralen dienst, ingesteld door het bestuur
van onze Vereeniging. (Zie Huishoudelijk Orgaan nrs. 105 en 107.)
De Voorzitter memoreert dat het rapport in de afdeelingen werd besproken
(zie Huish. Org. nr 109) en verzoekt den leden bij de besprekingen niet te veel
in details te treden. Uit de behandeling in de afdeelingen is wel gebleken, dat in
de Vereeniging over de groote lijnen van het rapport overeenstemming bestaat.
Als hoofdlijnen van het rapport noemt spr.:
1. Saamhoorigheid van den landmeetkundigen dienst en de hypothecaire en
kadastrale boekhouding.
2. Instelling van een zelfstandigen Rijksdienst van het Kadaster, gevestigd
te Utrecht.
3. Deze Rijksdienst is samengesteld uit:
a. centrale dienst (centraal teeken- en rekenbureau, opleidingsbureau,
reproductiebureau, centrale werkplaats),
b. bijhoudingsdienst,
c. vemieuwingsdienst,
d. geodetische dienst,
e. ruilverkavelingsdienst.
4. Instelling van den Rijksdienst van het Kadaster bij Koninklijk Besluit.
Spr. hoopt dat de discussies verhelderend zullen werken.
De heer R i e t s e m a kan zich met de hoofdlijnen van het rapport vereenigen,
doch mist in het ontworpen Kon. Besluit een doelstelling van het Kadaster.
Bovendien is naar zijn meening de taakomschrijving te vaag en wel in het
bijzonder de uitdrukking „het opsporen van de namen der rechthebbenden op
den bodem" in artikel 2 van dit K.B. In dit K.B. zag spr. gaarne de wetten
aangehaald, op grond waarvan wij onze taak verrichten, zooals de wet op de
grondbelasting, onteigeningswet, ruilverkavelingswet, enz.
De heer Hof, voorzitter van de studiecommissie, beantwoordt op verzoek van
den Voorzitter de sprekers en zegt, dat de commissie van meening was.
dat de ontworpen Rijksdienst van het Kadaster ingesteld kan worden bij een
Kon. Besluit, waarin volstaan kan worden met het geven van een taakomschrij
ving van dien dienst.