Astronomische metingen. 80 waarvan het gemiddelde is genomen, en dan aan deze resultante het gewicht n toe te kennen. De voor de constructie noodige grootheid van dezen nieuwen straal is dan ook niets anders dan het reken kundig gemiddelde van de f's der oorspronkelijke stralen. Voor DP 1247 is dit uitgevoerd en de nieuwe foutentoonende fi guur opgesteld (fig. 7). Hierin komen nog maar zes meetkundige plaatsen voor, ieder met een bepaald gewicht. Voor het op het oog bepalen van het vereffende punt vormen deze gewichten natuurlijk weer een bezwaar; wordt het punt echter door constructie verkre gen, dan heeft men hier nu wel de eenvoudigste foutentoonende figuur verkregen. Zwolle, Februari 1946. A. J. H. M. eerten s, Landmeter van het kadaster, Delft: Tot de primaire metingen, uitgevoerd onder auspiciën van de Rijkscommissie voor Graadmeting en Waterpassing, behooren ook de astronomische breedte-, lengte- en azimuthbepalingen ter vast stelling van de ligging van het primaire driehoeksnet op de inter nationale ellipsoïde. De relatieve ligging van de driehoekspunten, die met groote nauwkeurigheid volgt uit de basismeting en de hoekmetingen, werd als foutloos aangenomen ten opzichte van de astronomische plaats bepaling. De resultaten van de breedte- en azimuthbepalingen van 13 over het geheele land verspreide astronomische stations, waarvoor de waarnemingen werden verricht in de jaren 18961900, werden dan ook, door middel van de gegevens van het driehoeksnet, alle naar het centrale punt Amersfoort omgerekend om daar onderling te worden vergeleken en een gemiddelde waarde op te leveren. In de publicatie van de Rijkscommissie ,,De stereografische kaartprojec tie in hare toepassing bij de Rijksdriehoeksmeting'' zijn deze resul taten opgenomen. De vrij groote afwijkingen van de stationsuitkom sten ten opzichte van de gemiddelde waarde komen voor het groot ste deel voor rekening van de loodafwijkingen. De geografische lengte van Amersfoort werd bepaald uit het reeds bekende lengteverschil tusschen de meridianen van Greenwich en de Leidsche sterrewacht en het uit de gegevens van het driehoeks net berekende lengteverschil tusschen Leiden en Amersfoort. Wel werd nog op h^t station Ubagsberg een astronomische lengtebe paling uitgevoerd (gepubliceerd in: Determination de la difference de longitude LeydeUbagsberg), maar deze meting diende alleen om ook langs astronomischen weg het lengteverschil met Potsdam te bepalen, daar Ubagsberg ook door de Landesaufnahme als astro nomisch station was gebruikt. Sinds de voltooiing van deze waarnemingen en berekeningen, om streeks 1900, is er in ons land geen primair geodetisch werk gedaan

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1947 | | pagina 86