8i en daardoor zijn wij wel wat achtergebleven bij andere landen als Finland, Rusland, Duitschland en de Vereenigde Staten, waar de laatste jaren belangrijke primaire metingen en berekeningen zijn uitgevoerd, waarbij de astronomische metingen ook in de vereffe ning zijn ingeschakeld. Moderniseering van ons driehoeksnet is dus wel gewenscht. Het driehoeksnet zelf is met groote nauwkeurigheid gemeten en voldoet nog uitstekend, alleen is het onbevredigend, dat groote ge bieden langs onze oostelijke grenzen buiten het primaire net vallen, met als gevolg groote extrapolatie bij de secondaire metingen. Om in dezen toestand verbetering te brengen verdient het dus aanbe veling het hoofddriehoeksnet tot over onze grenzen uit te breiden en aan het Duitsche net aan te sluiten. Tegelijk hiermee zou de vorm van het net ook langs onze zuidgrens wat verbeterd kunnen worden. En in de derde plaats zouden enkele in den loop der jaren verdwenen hoofdpunten door nieuwe moeten worden vervangen, terwijl afdoende maatregelen moeten worden genomen om te voor komen, dat nog meer punten op deze wijze verloren gaan. Een nieuwe vereffening van het net zal dan noodig zijn en daar bij krijgen we de gelegenheid het geheel up to date te maken door astronomische lengte- en azimuthbepalingen op een aantal drie- hoekspunten uit te voeren en de daaruit af te leiden voorwaarden van Laplace in de netsvereffening op te nemen. Hierdoor wordt een betere ligging op de internationale ellipsoïde verkregen. De totale loodafwijking, de hoek die de schietloodrichting in een bepaald punt maakt met de normaal op de referentie-ellipsoïde in datzelfde punt, kan iedere willekeurige richting hebben en kan wor den ontbonden in twee componenten in Noord-Zuid richting en Oost-West richting, die we resp.-f en zullen noemen. Duiden we de astronomisch bepaalde waarden van breedte, lengte en azimuth, resp. (p, A en <z, aan met een index a en de geodetische met den index g dan zijn: <fa <pg K Aj, vi sec g> en ccB Xg '/j tg <p resp. de loodafwijking in breedte, lengte en azimuth. De beide laatste vergelijkingen geven ons de voorwaardeverge- lijking van Laplace, die we bij de astronomisch-geodetische nets vereffening invoeren nl.: ixa xg (Aa Ag) sin <p. De invloed van de voorwaarden van Laplace op den vorm en de ligging van het net zou kunnen worden nagegaan, wanneer zij bij vereffening in etappen als laatste groep zouden worden toegevoegd. Het belangrijkste resultaat dat men hiervan verwachten moet is, dat in overeenstemming met de ervaringen in verschillende landen op gedaan, de verwringing die in een driehoeksnet optreedt als gevolg van de laterale refractie, voor een belangrijk deel wordt te niet ge daan. Een bijzondere omstandigheid is hu aanleiding geworden, dat binnenkort enkele Laplacepunten zullen worden bepaald. Op Ame-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1947 | | pagina 87