9 ken zou moeten veranderen, als men er de nieuwe metingen van die blokken zou willen inpassen. We komen thans tot de vraag hoe het met de nauwkeurigheid is gesteld van de grootten der minuutperceelen in de Amsterdam- sche binnenstad. Om die vraag te beantwoorden heb ik in vijf plans telkens de grootten van 400 van deze perceelen vergeleken met de oppervlakten die bij de oorspronkelijke kadastreering er voor wer den vastgesteld. Ik heb mij daarbij beperkt tot grootten van ca 100 ca. De afwijkingen werden ingedeeld in percentages tusschen 0 en 2, 2 en 5, 5 en 10, 10 en 15, 15 en 20 en boven 20. Ik heb gemeend een perceel dat, in de grootte-klasse van 100 ca, een afwijking van 2 van den ouden stand vertoont, nog als juist te mogen aan merken. Doet men dit, dan blijken op het onderzochte aantal van 5 X400 2000 minuutperceelen 469 perceelen binnen leze limiet te liggen, zoodat men moet ervaren dat 23 der minuutperceelen van ca 100 m2 in de Amsterdamsche binnenstad een juiste, 77% een foutieve oppervlakte heeft. 25 vertoont een afwijking tus schen 2 en 5 30 tusschen 5 en 10%, 13 tusschen 10 en 15 6 tusschen 15 en 20 terwijl 3% der perceelen nog af wijkingen vertoont boven 20 Opmerkelijk is hoe weinig het aantal perceelen dat een bepaald percentage afwijkt, in de 5 onderzochte gebieden verschilt. Zoo be droeg dit bijv. in de klasse tusschen 5 en 10 respect. 108, 111, 114, 123 en 137. De gemiddelde afwijking in de vijf gebieden was minimaal 5,4 maximaal 7,3 met een gemiddelde van 6,3 Ondanks de groote gebreken die ze vertoonen, kunnen de oor spronkelijke kaarten en de oude grootten der perceelen voldoende worden geacht voor een kadaster dat tot oogmerk een billijke ver deeling van de grondbelasting had. Men is zich tijdens de uitvoe ring van de oorspronkelijke metingen de commissie Hof merkt het in haar stüdierapport over de reorganisatie van den kadastralen dienst reeds op echter wel bewust geweest van een belangrijker taak die het Kadaster in de maatschappij heeft te vervullen, nl. de bevordering van de rechtszekerheid van de zakelijke rechten op den grond. Immers artikel 1142 van de Recueil Méthodique, de verzame ling voorschriften die op de inrichting van het Kadaster betrekking heeft, zegt: „Het perceelsgewijze opgemaakte cadaster levert nog andere „voordeelen op: hetzelve beslist en voorkomt in het vervolg eene „menigte geschillen tusschen de grondeigenaars over de grenzen „hunner eigendommen; geschillen, welke kosten veroorzaken, waar- „van het bezwaarlijk te berekenen beloop, misschien, jaar door jaar, „twee of drie malen zooveel bedroeg, dan dat der additionele cen times. die, slechts voor een' tijd, voor het opmaken van het cadaster „geheven worden." en art. 1143: „Het cadaster kan en moet noodwendig in het vervolg tot bewijs stuk in regten dienen, om den eigendom te bewijzen." Aan deze eischen, die, behalve een nauwkeurige kaart en een goede grootte van de perceelen, een juiste tenaamstelling impli-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1947 | | pagina 9