LANDMEETKUNDE
A. J. H. MÈERTENS
De methode van Bowie
Op initiatief van de Survey Central Office of the U.S. Army in
Duitsland is men begonnen met de hervereffening van de driehoeks
metingen in een groot deel van West- en Midden-Europa. Ongetwij
feld hebben de Amerikanen moeilijkheden ondervonden tengevolge
van de grote verscheidenheid van kaarten en niet in de laatste plaats
van de los van elkaar staande grondslagen waarop deze kaarten zijn
gebaseerd. Men had in de Verenigde Staten enige decenniën geleden
eveneens moeilijkheden ondervonden bij het aansluiten van op zich
zelf staande primaire triangulaties. Bij de zich steeds verder uitbrei
dende metingen, die in de eerste plaats uit driehoekskettingen beston
den, werd wel aangesloten aan reeds bestaande kettingen, maar de
aansluitingsvoorwaarden oefenden een ongunstige invloed uit op het
nieuwe gedeelte, zodat de toestand naarmate men verder voortschreed
steeds onbevredigender werd. De vereffening in één geheel, nadat
de metingen voltooid waren, volgens de bestaande methoden, zou de
genoemde bezwaren hebben opgeheven, maar dit was praktisch onuit
voerbaar door de grote omvang van het gebied.
Deze omstandigheden brachten Dr. Bowie, hoofd van de afdeling
Geodesie van de U.S. Coast and Geodetic Survey, ertoe een geheel
nieuwe vereffeningsmethode op te stellen, die een gemeenschappelijke
grondslag voor alle metingen en kaarteringen van de Verenigde Staten
verschaftethe North American Datum, aan welk systeem Canada
en Mexico zich aansloten.
De methode van Bowie wordt nu ook door bovengenoemde Survey
Central Office toegepast op de triangulaties van de verschillende
landen van West- en Midden-Europa. Daartoe worden uit de bestaande
netten kettingen gelicht, die als een maaswerk van kettingen het ge
hele gebied overspannen, zo gekozen, dat in ieder knooppunt zoveel
mogelijk een Laplacepunt en een basis voorkomt. In fig. i wordt het
verloop van deze kettingen door een dikke lijn voorgesteld.
Ook een stuk van het Nederlandse driehoeksnet 'maakt deel uit van
dit samenstel van kettingen, waarvan men in fig. 2 het verloop kan
volgen. De volgearceerde driehoeken vormen het basisnet van Utrecht
(Stroe) en het knooppuntnet van Bonn, waarin de basis van Bonn is
opgenomen evenals het Laplacepunt Ubagsberg. Het lijkt mij gewenst,
nu wij bij deze hervereffening zo nauw betrokken zijn, een korte
beschrijving te geven van de methode van Bowie.
Ik doe dit aan de hand van de „Special Publication no. 159" van de
U.S. Coast and Geodetic Survey: The Bowie Method of Triangulation
Adjustment van Oscar S. Adams, waarin een beschrijving wordt ge-
Landmeter van het kadaster, Delft