10
de toestellen zullen leren bedienen. Wat voor Nederland of één
zijner Overzeese Gebiedsdelen alleen onrendabel lijkt, is het mis
schien niet voor Nederland en Oost- en West-Indië samen. De
goede naam die ons land internationaal als kaarteerder heeft, kan
er slechts door winnen indien we ook op dit gebied de handen
ineenslaan en onze ervaringen verruimen.
4- De aanschaffing van instrumentaria, verbruiksartikelen e.d. kan
meer centraal en meer deskundig geschieden. Door de grootte
der bestellingen kunnen betere voorwaarden worden gesteld i.z.
voor het doel aangepaste bouw, kwaliteit, leveringsvoorwaarden,
enz.
5. De opleiding kan zich meer aanpassen aan de individuele behoef
ten, waarop een betere kijk zal worden verkregen.
6. De economisch zwakkere eenheden van het Koninkrijk zullen op
een grote en modern geoutilleerde organisatie kunnen terugvallen,
wanneer in hun gebied groot werk nodig blijkt dat boven hun
draagkracht gaat, zodat zij niet hun toevlucht behoeven te zoeken
bij het particulier initiatief.
7- Er zijn meer voordelen. Doch niet op de laatste plaats wil ik noe
men de versterking van de band tussen de eenheden van ons
Koninkrijk. De landmeetkundige schakel is wellicht een kleine,
doch ook die helpt bij dit grote doel.
Ik moge besluiten met te verzoeken over deze aangelegenheden de
gedachten te laten gaan, vooral over het laatste onderwerp. Het Ko
ninkrijk maakt een zware tijd door en ook in Indië voelt men dit aan
den lijve. Laten wij in eigen kring datgene doen wat nodig is om er
blijk van te geven, dat .wij één zijn. De overzeese collega's zult U
daarmee het hart onder de riem doen voelen, dat zij zozeer behoeven
in hun vaak zo deprimerende omstandigheden.
Mr J. H. JONAS
Reorganisatie van het Kadaster
In aansluiting aan de bijdragen, onder deze titel verschenen in het
Decembernummer 1947, meen ik enige gedachten te moeten neer
schrijven die mij reeds vóór het verschijnen van het „Rapport, deel II,
vervolg" der Studiecommissie van K. en L. bezig hielden.
Het is noodzakelijk op te merken, dat men dit vervolg niet kan los
maken van de overige delen van het rapport, omdat anders onbegrij
pelijk wordt wat de reorganisatie van het kadaster te maken heeft
met onderwerpen als positief en negatief stelsel en rechtsonzeker
heid van de grondeigendom. Men moet het dus geheel zien in het
kader van de gedachte organisatie van een Rijksdienst voor het Ka
daster, die zich het beheer van de te onzent bestaande openbare
registers als eerste en voornaamste taak rekent (zie ontwerp K.B.
Hypotheekbewaarder, Rotterdam