110 slechts enkele tiende delen van seconden afwijken van de definitieve, en de berekende correctie zal dan ook maar heel weinig verschillen van de juiste waarde. Nadat de definitieve waarde van de geodetische lengte in de knooppuntfiguur is vastgesteld, kan nogmaals een kleine correctie aan het azimuth worden aangebracht, waarna dit definitieve azimuth gebruikt wordt bij de definitieve ver effening van de secties tussen de knooppunt- netten. De voorlopige vereffening van de secties geschiedt nadat de vereffening van de knoop puntfiguren heeft plaatsgehad, zodat de lengten en azimuths der gemeenschappelijke zijden bekend zijn. In deze voorlopige ver effening worden alle voorwaarden meege nomen, behalve die voor de geografische breedte en lengte. Het was nuttig deze laatste vergelijkingen wel op te stellen, maar zonder de bekende term (sluitfout) toe te voegen. De voor waartse oplossing van de normaalvergelij kingen gebeurde dan met deze twee verge lijkingen als laatste van de groep. Bij de terug substitutie werden deze twee vergelijkingen beschouwd als niet te bestaan. Maar, nadat de sluitfout later was bepaald, was het vol doende de voorwaartse oplossing door deze vergelijkingen door te zetten met negatie van de constante termen van de andere normaal vergelijkingen, behalve dan voor een kleine correctie aan de constante term van de azi- muthvoorwaarde, tengevolge van de verande ring in de geografische lengte van de knoop- F'S- 5 punten en daardoor in het Daplace-azimuth. Op deze wijze werd dan een tweede groep correcties afgeleid, die aan de eerste toegevoegd moesten worden om de volledige correcties te krijgen. Deze methode werd gevolgd ter besparing van rekenwerk. Men kan natuurlijk desgewenst, als de definitieve geografische posities van de knooppunten zijn bepaald, de vereffening van de secties geheel over doen, nu met medeneming van alle voorwaarden. Het zou echter heel wat meer werk vergen en de resultaten zijn praktisch dezelfde. In de voorlopige vereffening van de secties zijn dus opgenomen de driehoeksvoorwaarden, de zijdevergelijkingen, de voorwaarden voort vloeiend uit de basismetingen en de vastgestelde lengten der met de knooppuntfiguren gemeenschappelijke zijden en de azimuthvergelij- kingen uit de in de sectie opgenomen Laplacepunten en de uit de knooppuntfiguren overgenomen azimuths.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1948 | | pagina 110