115
lichtgevoelige materiaal geplaatst, waarna de belichting plaatsvindt. Na
een vrij eenvoudige ontwikkeling (afspoeling met water) volgt een
behandeling met een speciale kleurstof. Als eindresultaat ontstaat nu
een kleurstofbeeld op blanke of matte ondergrond (al naar gelang van
het gebruikte materiaal). Gedekte ondergrond kan verkregen worden
door een der zijden te bespuiten met lak (b.v. dekwit). Aangezien dit
kleurstofbeeld in de drager gevormd is, bestaat er veel minder kans
op beschadigingen dan bij de gewone door gelatine gedragen zilver
beelden. Correcties kunnen op eenvoudige wijze worden uitgevoerd,
omdat de gebruikte kleurstof oplosbaar is in aethyleenglycol. Bij
tekenen met de pen is mogelijk bij vermenging van deze kleurstof met
een verdikker (b.v. polyvinylalcohol). Het beschreven procédé lijkt
veel op diazotypieverschilpunten zijn o.a. het voordeel dat op maat
vast materiaal kan worden gewerkt en een combinatie van verschei
dene kleuren op een en dezelfde drager mogelijk is. Tot zover be
doeld artikel. Aantrekkelijker dan het verwerken van deze nogal
„droge" opsomming zal het zijn zich in gedachten te verplaatsen
naar de velerlei toepassingsmogelijkheden op verschillend gebied.
Daarvoor is niet veel fantasie nodig; allerlei diensten en instellingen
zullen deze werkmethode kunnen toepassen. Een bestaand kaarten-
archief, dat op gewoon papier is vervaardigd (bijv. het kadastrale),
kan op de boven geschetste wijze op doorzichtig maatvast materiaal
worden overgebracht. De maatvastheid is in dit geval van weinig
belang, omdat de originelen door de jarenlange inwerking van vocht
en warmte al een tamelijk aanzienlijke schaalonzuiverheid hebben
verkregen. Van overwegende betekenis zijn de doorzichtigheid en de
aard van het materiaal. De eerste maakt directe reproductie door
middel van contactdrukken mogelijk, al dient te worden opgemerkt
dat, voor zover mij bekend is, niet alle lichtdrukapparaten geschikt
zullen zijn vanwege een te hoge werktemperatuur (de critische tempe
raturen liggen bij plastics en acetaten om en nabij 130-140, respec
tievelijk 150-160° F.). De tweede factor, de aard van het materiaal,
is bij de plastics zodanig dat herhaalde bijwerking zonder bezwaar kan
worden uitgevoerd. Dit is een groot voordeelop materialen die
vroeger werden gebruikt, als kodatrace, fotogr. film of calque, was
bijwerking slecht uitvoerbaar en ten hoogste één of enkele malen
mogelijk.
Wil men de bezwaren die ongetwijfeld verbonden zijn aan directe
kaartering op plastic, ondervangen, dan zou men zich een systeem
kunnen indenken waarbij in de toekomst nieuwe kaarten (hermetingen,
ruilverkavelingen, enz.) worden aangelegd op maatvast tekenpapier
(correctostat, mounted paper). Van deze originelen kunnen dan
volgens de besproken werkmethode „maatvaste" calques worden ver
vaardigd, zodat het behoud van de schaalzuiverheid, zowel van het
origineel als van de calque, gewaarborgd zou zijn.
Het is mij niet bekend, of de tussenschakel, het te gebruiken foto
grafisch negatief (of diapositief), hetzij door mindere maatvastheid
van materiaal, hetzij door ongunstige ontwikkelingsmethode (ver-