125
een rijmpje vinden, blijkbaar de hartekreet van een overkropt gemoed.
Het begint meteen landmeter is iemand, die geapprecieerd wordt
door niemand en met een minimum-salaris. Aan zijn beren kunt U
zien dat dit waar is.
Mijne Heren, er is sindsdien veel veranderd, ofschoon ik de laatste
ben om te beweren dat de appreciatie voor het corps uit de tijd van
een Polderman en een Van der Tas, minder moet zijn dan nu.
De grote handicap voor de waardering door derden was de op
leiding. Het is een wanbegrip te denken dat in Indië een ieder een
toean besar is en er zijn ook daar standsverschillen, al was men er
op dit punt, vooral op de kleinere plaatsen, veel democratischer dan
hier. Desondanks wist men er het decorum, dat in een Oosters land
zo zwaar weegt, zeer wel te bewaren. Dit kwam goed tot uiting bijv.
op het Openbaar Gehoor bij de verjaardag van Hare Majesteit. Er
is dan een protocol en de landmeters kwamen maar net boven de
opzichters e.d. middelbare krachten. Want ze waren maar twee jaar
op een cursus geweest.
Weliswaar ging men collegiaal om met B.B.-ambtenaren, ingenieurs,
dokters, maar bij stevige debatten over zaken bleek er wel eens een
opleidingsaddertje onder het gras te schuilen. Persoonlijk heb ik, en
velen met mij, er geen last van gehad, maar er zijn nogal „sterke"
verhalen van in omloop, die wellicht wat overdreven zijn.
Intussen is er veel veranderd en vooral de opleiding in Wage-
ningen was een stevige stoot in de goede richting. Niet alleen was deze
beter, gedegener en veelomvattender en dus ook langerzij gaf ook
meer poids tegenover derden en versterkte het zelfvertrouwen, dat in
het studentencorps, zo nodig" versterkt was.
Een verder punt is dat de kadasterlandmeter wel vaak pietepeuterig
werk moet doeft, maar het werk overzee blijkt een voldoend tegengif
te zijn, zodat men slechts bij uitzondering een pietlut aantreft.
Over het algemeen zijn zij zeer sociabel en aanhanger van de stel
ling dat de harde werker een oorlam en gepaste vrolijkheid toekomt.
Men treft er schakers, gemeenteraadsleden, tennissers, sociale wer
kers, voetballers, dilettant-toneelspelers, postzegelmaniakken, vakver
enigingsenthousiasten, commissarissen van onze onvolprezen clubs
enzovoort, enzovoort onder aan.
Er zitten wel enkele van die heren hier, maar het mag gezegd
worden dat de Indische landmeter zich prettig en vlot beweegt en
ook dit bleef zeker niet zonder uitwerking op de positie die zij in
de Indische ambtelijke en particuliere samenleving innemen.
Een grote stoot werd wel gegeven door het genoemde extra-werk.
Het deed de appreciatie voor het goeddeels onbekende vak toenemen,
omdat men in stevig contact kwam en bleef met allerlei autoriteiten.
Wel bleef sporadisch het feit bestaan dat de niet geheel gelijkwaardig
heid der opleiding wel eens minder prettig om de hoek kwam kijken,
doch over het algemeen waardeerde men het initiatief, de behulpzaam
heid en de vakkennis van de landmeter en de academici beschouwden
hem dan ook zonder meer als collega.