127 tussen beide organen ziet en vooral waarom deze omgekeerd zou worden door de voorstellen van de Commissie. Zo hier sprake is van een sub-ordinerende taakverdeling: waaruit bestaat deze? Waarop berust de conclusie dat voortaan de Rijksdienst van het Kadaster zou uitmaken wie de subjecten en wat de objecten met betrekking tot onroerend goed zijn? Thans „houdt" de bewaarder het openbaar register. Naar onze mening zal het geen verschil maken voor de taak verdeling of de bewaarder dan wel de Rijksdienst van het kadaster de openbare registers bijhoudt, want noch de bewaarder noch de Rijksdienst kan de eigen functie van het register overnemen. Het is het geschiedenisboek van de rechtshandelingen met betrekking tot onroerend godd en ook naar het oordeel van de Commissie is het de rijkste bron en de betrouwbaarste .motivering bij de recherche van rechtsobjecten en rechtssubjecten. De bedoeling van onze Commissie is geen andere geweest dan, voortbouwende op hetgeen in de eerste gedeelten van ons rapport is uiteengezet, door middel van wetten en besluiten samen te brengen wat organisch bij elkaar hoort. Wan neer wij deze organische eenheid Kadaster noemen (en hier hoort naar onze mening de hypothecaire boekhouding ook bij) dan bedoelen wij hiermee niet het gedeelte van het bestaande dienstvak van die naam, maar wel de dienst van het grondboek, de dienst welke in toenemende mate gegevens omtrent de rechtstoestand, het gebruik en het beheer van de bodem verzamelt en rangschikt. Dit „toenemende mate" is niet uit ambtelijke bemoeizucht ontstaan, maar uit een steeds veelvuldiger wordende vraag vanuit het maatschappelijk leven. Ofschoon wij hiermede in herhaling treden, geven wij, om elke misvatting onmogelijk te maken, nog de volgende toelichting In het eerste deel van ons rapport hebben wij de saamhorigheid van de hypothecaire en kadastrale boekhouding en de landmeetkundige dienst bepleit en bovendien de noodzakelijkheid aangetoond van de instelling van een zelfstandige dienst „Hypotheken en kadaster" onder centrale deskundige leiding. In het eerste gedeelte van het tweede deel van het rapport hebben wij de ideeën van het eerste deel nader uitgewerkt en een „Rijksdienst van het Kadaster" ontworpen bestaande uit een Hoofdbestuur en vijf takken van dienst te weten (zie blz. 18 en 19 H.O. nr 107 Juli 1946) 1. centrale dienst. 2. bijhoudingsdienst. 3. vernieuwingsdienst. 4. geodetische dienst. 5. ruilverkavelingsdienst. De bijhoudingsdienst wordt op blz. 19 nader omschreven als volgt landmeetkundige dienst, bewaring van hypotheken en kadaster. Vanzelfsprekend hebben wij ons de openbare registers gedacht bij de bezvaring van hypotheken en kadaster. Mogelijk heeft de naam „Rijksdienst van het Kadaster" die wij om redenen van welluidendheid en kortheid de voorkeur hebben gegeven boven andere namen, verwarrend gewerkt, maar wij zijn er ons vol-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1948 | | pagina 127