128
komen van bewust dat het openbare register uitmaakt wie de sub
jecten van de rechten zijn (met diet bekende voorbehoud van ons
onvolledige negatieve stelsel).
Iets meer dan slechts een verzamelnaam is er uit de naam van de
ontworpen „Rijksdienst van het Kadaster" niet te halen. Maar dat
het openbare register de hulp inroept van het kadastrale perceel (met
zijn bezwaren) is toch wel zeer belangrijk. Dit was ook een onzer
argumenten toen wij de saamhorigheid van het „openbare register"
en het kadaster bepleitten.
Een omkering van de taakverdeling hebben wij niet bepleit. Dat
artikel 2 Ontwerp-kadasterwet de openbare registers plaatst onder de
„Rijksdienst van het Kadaster" past logisch in de gevolgde gedachten-
gang, indien men slechts de naam „Rijksdienst van het Kadaster"
goed in zich heeft opgenomen met zijn betekenis van verzamelnaam
voor wat thans heetkadaster en hypotheken.
Het komt ons voor dat Mr J. in het ontwerp-hermetingswet meer
leest dan wij er in geschreven hebben. Wij zijn het volkomen met
Mr J. eens dat de hermetingen tot nu toe zijn uitgevoerd teneinde
beter bruikbare kaarten te verkrijgen. In de toekomst zal (ook bij
aanvaarding van een hermetingswet) deze hermeting voor kaart-
verbetering wel veelvuldig worden toegepast omdat en weer zijn
wij het met Mr J. eens er uitgestrekte gebieden in ons land zijn
waar de rechtstoestand volkomen in orde is of op eenvoudige wijze
in orde is te maken. In deze gebieden is toepassing van een hermetings
wet overbodig en het ligt geenszins in de bedoeling van de ontwerpers
dat zij dan wordt toegepast. In dit verband vestigen wij nog eens de
aandacht op het woord „kan" in het eerste lid van art. i van het
ontwerp en op het woord „plaatselijk" in de considerans.
Maar tegenover het optimisme van Mr J. dat het met de rechts
toestand, zoals deze uit de openbare registers blijkt, over het gehele
land behoorlijk in orde is, houden wij vol dat er gebieden zijn waarvan
de rechtstoestand het beeld van een zodanige verwarring vertoont dat
hermeting zonder sanering van de rechten dikwijls onuitvoerbaar en
altijd nutteloos is. In welke mate dit het geval is, is vooral aan de
ruilverkavelingslandmeters gebleken, omdat dezen de verwarde toe
stand moeten oplossen om een juiste lijst van rechthebbenden te ver
krijgen. Wij zullen hiervan nog een sprekend voorbeeld geven
Dezer dagen vond de stemming plaats over de ruilverkaveling „Sluis
13" onder Asten en Someren. Het aantal stemgerechtigden volgens
het kadaster was ruim 700, het aantal werkelijke eigenaren wordt
geschat op ongeveer de helft. Ten gevolge van de in de Ruilverkave-
lingswet toegekende betekenis aan de kadastrale legger was deze
stemming niet meer dan een farce, maar dank zij deze wet komt hier
de dringend nodige titelzuivering, wellicht zonder dat een enkel be
zwaar tegen de op te maken lijst van rechthebbenden zal worden inge
diend. Men stelle zich eens voor hoeveel moeite, tijd en geld het zou
kosten zonder ruilverkaveling en zonder hermetingswet in dit gebied