129 tot een goed kadaster te komen. Men zou de eigenaren heel wat meer last moeten aandoen dan bij een hermeting met vernieuwing. Maar ook buiten de ruilverkavelingsgebieden treft men deze ver warde toestand aan: Na de uitgevoerde ruilverkaveling Staphorst-Oost bleek de nood zaak om de z.g. overhoeken van de plans (meestal bebouwde stroken) te hermeten. Dit bleek niet uitvoerbaar wegens de vele ruilingen (dikwijls tegen elders gelegen percelen) en grensverleggingen die in de loop van meer dan 100 jaar plaats hadden zonder dat hiervan akten werden opgemaakt. De in de legger op grond van het openbare register of van het reg. nr 50 bekend staande personen behoorden naar de feitelijke rechtstoestand, op grond van verjaring of om andere reden, te worden vervangen door de ware rechthebbenden. Zonder hermetingswet is dit ondoenlijk. Nog meer verward om een ander voorbeeld te noemen is de toestand in het moerassengebied rondom Giethoorn, waar de waarde van de grond sterk is gewijzigd ten gevolge van de verlaging van het waterpeil. Toepassing van allerlei kunstgrepen moet hier bij de uit voering van de bijhoudingsdienst uitkomst brengen en in vele gevallen blijkt het onmogelijk een overgedragen perceelsgedeelte volledig op naam te stellen en geeft„Niet toe te passen; in consorten boeken" de enige mogelijkheid. Het is onuitvoerbaar deze gebieden te hermeten zonder steun van een hermetingswet. Het is vooral voor soortgelijke gebieden, die in Nederland buiten het poldergebied veelvuldig voor komen, dat wij de hermetingswet ontworpen hebben. Wij hopen dat Mr J. na deze toelichting het nut van een dergelijke hermetingswet wel zal inzien. Wat bedoelt Mr J. met zijn zin op blz. 14: „Terwijl dan nog de opmerking past dat deze gevallen wel in de kadastrale legger voor komen, maar meestal de belastingheffing niet schaden, terwijl het openbaar register met het daaruit bijgehouden algemeen register van die gevallen vrijblijft."Is dit wel ter zake dienende, daar juist de overgeschreven akten fout zijn? Of wil de schrijver hier suggereren dat zolang het kadaster maar goed genoeg is voor de belastingheffing er verder niet aan verbetering behoeft te worden gedacht? Wij acbten het ondenkbaar dat Mr J. aan de conclusies, getrokken uit het openbare register, voor bovenbedoelde gebieden bescherming van derde belanghebbenden zou willen verbinden. Zelfs met de restrictie dat deze bescherming alleen op de rechtssubjecten betrekking zou hebben, zou een dergelijk wetsartikel voor de door ons bedoelde gebieden onaanvaardbaar zijn. Een dergelijke bepaling zou niet anders zijn dan een vat zonder inhoud. Toegepast in gebieden waar de bovengeschetste euvelen veelvuldig voorkomen, zou door middel van de ontworpen hermetingswet aan de rechthebbenden een titel van hun onroerende objecten worden verschaft, die zij tot nu toe om verschillende redenen niet hadden en onder de bestaande wetgeving ook nimmer kunnen verkrijgen. Niet

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1948 | | pagina 129