132
De Herverkavelingswet-Walcheren kent niet de uitzonderingen van
artikel 10 der Ruilverkavelingswet 1938 betreffende dorpskommen
en uitbreidingsplannen. Op enkele uitzonderingen na zijn de kommen
der Walcherense dorpen dan ook in het blok opgenomen. In deze
dorpskommen zal een uitgebreid onderzoek naar erfdienstbaarheden
moeten worden ingesteld evenals bij een hermeting met vernieuwing.
Het graduele en niet principiële verschil met hermeting met vernieu
wing wordt al kleiner en kleiner.
Dat bij ruilverkaveling ingegrepen wordt in de rechtssfeer, in de
handelingsvrijheid van partijen, motiveert Mr J. met ,,de grote voor
delen, die primair zijn van economische en sociale aard, niet alleen
„voor de eigenaren maar vooral ook voor de gemeenschap. En daar
door tenslotte werken alle rechthebbenden mede aan de ruilverkave-
„lingsakte, die dit alles bezegelt (al zijn zij dan vertegenwoordigd door
„Rechtercommissaris en Plaatselijke Commissie) en de nieuwe per-
delen doet verkrijgen" (blz. 13).
Wij zouden hierbij willen opmerken
ie. dat de wet er nergens van spreekt, dat R.C. en PI. C. de gezamen
lijke rechthebbenden vertegenwoordigen en dat we uit de wijze waarop
ze benoemd worden, zulks ook bezwaarlijk kunnen afleiden.
2e. dat de ruilverkavelingsakte niets meer is dan een weergave van
hetgeen door het plan van ruilverkaveling reeds kwam vast te staan.
Men zou zo nodig ook hebben kunnen volstaan met overschrijving
van het plan van ruilverkaveling, evenals dit t.a.v. het besluit van
Gedeputeerde Staten reeds is voorgeschreven en dit plan dus als
titel aanmerken.
Indien wij in de zin die volgt op de hierboven aangehaalde, het
beginwoord „immers" vervangen door „maar", wordt duidelijker,
dat de juridische verbetering niet logisch aan de ruilverkaveling ge
koppeld behoeft te zijn. Het kan er ook zonder en de economische
en sociale voordelen van de ruilverkaveling zouden er niet minder
om behoeven te zijn.
Het zou intussen voor de uitvoerders, en in het bijzonder voor de
landmeter van het kadaster, niet bevredigend zijn een nieuwe ver
deling af te leveren, waarvan zij weten, dat ze geschillen blijft in
houden en wij mogen dus blij zijn, dat de wetgever het aangedurfd
heeft bij de ruilverkaveling tevens algehele vernieuwing tot stand te
doen komen.
Wij begrijpen niet waarom er een storm van verontwaardiging moet
opgaan tegen artikel 23. Bij ruilverkaveling zullen de meeste recht
hebbenden ook wel mooie titels hebben, maar wij menen, dat er nog
nimmer bezwaar tegen is gemaakt, dat ze waardeloos worden en ver
vangen door die uit hoofde van de ruilverkavelingsakte. Waarom zou
bij hermeting met vernieuwing de kwestie anders liggen? Er zijn wel
veel ingrijpender maatregelen genomen zonder dat een storm van
verontwaardiging is losgebarsten terwijl toch nadeel dreigde bij niet