134
Ondanks de critiek van Mr J. is de S-C. niet moedeloos geworden.
Zij heeft nog steeds de stellige overtuiging dat getracht moet worden
om met behoud van het negatieve stelsel te komen tot maatregelen die -
kunnen leiden tot vergroting van de rechtszekerheid t.a.v. de grond
eigendom en tot een betere bijhouding van de kadastrale administratie.
Wij hopen dat ons rapport daartoe zal mogen bijdragen.
Wij zijn Mr J. dankbaar dat hij ons de gelegenheid heeft gegeven
onze ideeën hier en daar te verduidelijken. Nieuwe ideeën vinden
nooit direct algemeen ingang. Zij moeten groeien en daarvoor is ver
klaring herhaaldelijk nodig.
De studiecommissie voor reorganisatie
van de kadastrale dienst
De herziening van het Burgerlijk Wetboek
Adres gericht aan de Minister van Justitie door het
Bestuur van de Vereniging voor Kadaster en Landmeetkunde
Excellentie,
Het Bestuur van de Vereniging voor Kadaster en Landmeetkunde
vraagt, daartoe gemachtigd door de Algemene Vergadering gehouden
te Utrecht op 24 October 1947, beleefd Uw aandacht voor de volgende
beschouwingen.
Onze Vereniging mag tot haar leden rekenen alle hoofdambtenaren
van het Kadaster, bijna alle landmeters van het Kadaster en vele
hypotheekbewaarders, ambtenaren dus, die naast het Notariaat een
taak hebben welke gericht is op het bevorderen van de rechtszekerheid
van de zakelijke rechten op de grond.
Reeds meer dan zestig jaren hebben de vele problemen betreffende
deze rechten en de bepalingen betreffende hun overdracht, vestiging
of afstand de intense belangstelling van de leden van onze Vereni
ging gehad. Talrijke artikelen in ons Verenigingsorgaan, het „Tijd
schrift voor Kadaster en Landmeetkunde" dat sedert 1885 regelmatig
verschijnt, mogen hiervan getuigen.
Vele malen vormden de bovengenoemde rechten het voornaamste
punt van bespreking op onze Algemene Vergaderingen.
Een van onze toenmalige leden, I. Boer, Hzn., in leven Ingenieur
verificateur van het Kadaster te Arnhem, heeft de ideeën die gedu
rende vele jaren leefden in onze kringen, uitgedragen in woord en
geschrift, waarvan het verslag van de Staatscommissie, ingesteld bij
K.B. van 30 Juli 1906, nr 75, mede getuigt.
Het is voor onze Vereniging indertijd een teleurstelling geweest,
dat van de voorstellen dier Commissie zo weinig verwezenlijkt is.
Verheugend was het dan ook, dat thans aan Prof. Mr E. M. Meijers
een opdracht is verstrekt ter herziening van het Burgerlijk Wetboek,
welke mede inhoudt, dat deze problemen opnieuw overwogen zullen
worden.