137 te houden met de hogere eisen, in vergelijking met de gestelde eisen bij de invoering, waaraan het Kadaster thans reeds voldoet en in de toekomst in steeds hogere mate zal moeten voldoen. In verband met het voorgaande en gelet op de bepalingen van de artikelen 671 en 1231 van het B.W. achten wij de tijd gekomen om zich ernstig te bezinnen op de wenselijkheid om in het B.W. voor alle akten (dus ook de onderhandse akten) betreffende overdracht, scheiding, dading, enz. (ook voor vonnissen) van onroerende zaken te bepalen dat deze zaken moeten worden aangeduid door hun kadastrale kenmerken en op de wenselijkheid aan de kadastrale grenzen een wettelijk vermoeden toe te kennen. Ten aanzien van de kadastrale kenmerken dient de wet een bepaling te bevatten dat zij, behoudens tegenbewijs, het onroerend goed, dat in een akte als onderwerp ener rechtshandeling wordt genoemd, juist omschrijven. Bij de vaststelling van deze bepalingen zal een nader punt van over- weging dienen uit te maken of het wettelijk vermoeden reeds kan gelden voor alle kadastrale grenzen of alleen voor kadastrale grenzen vastgesteld na een bepaalde datum of in een bepaald gebied. M.a.w. er zal gedacht moeten worden aan overgangsbepalingen. Het doel moet echter thans duidelijk voor ogen staan. Heeft men de bovenbedoelde bepalingen en overgangsbepalingen: vastgelegd, dan dient nog een stap te worden gezet. In de wet dient daarnaast te worden bepaald, dat bij een latere grensuitzetting door een landmeter van het Kadaster van een grensr opgem'eten na het toekennen van wettelijk vermoeden aan die grens, 1 de uitgezette grens, behoudens tegenbewijs, geacht wordt identiek te zijn met de in het kadastrale archief vastgelegde grens. Er dienen waarborgen te worden gegeven voor zo juist mogelijke akten. 2. Hierboven werd reeds aangevoerd dat de registers van in- en overschrijving de bronnen zijn waaruit de hypothecaire en kadastrale boekhouding haar gegevens put. In het belang van een goede boekhouding, een juiste administratie van de grondeigendom, is het dus noodzakelijk dat de akten zo goed mogelijk worden samengesteld. Doch dit belang van de administratie is nog gering vergeleken bij het belang dat de gemeenschap heeft bij het samenstellen van zo juist mogelijke akten. Door het hier te lande geldende negatieve stelsel kan een onjuiste akte voor derden-verkrijgers noodlottige gevolgen hebben. De waarde van de akte bepaalt de rechtsgevolgen en niet de gegevens van het grondboek, zoals bij een grondboekstelsel. Daarom is het van het hoogste belang, dat de meeste zorg wordt besteed aan een nauwkeurig titelonderzoek van de geschiedenis van de percelen, waaromtrent rechtshandelingen zullen volgen, door vak kundige personen toegerust met voldoende juridische kennis. Dit onderzoek zal zich ook moeten uitstrekken tot de bevoegdheid en bekwaamheid der partijen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1948 | | pagina 137