140 mondeling, een akte vereist moeten worden. Men moet dan tevens tot publicatie dezer akte verplicht worden. Hetzelfde als voor scheiding kan worden opgemerkt voor afgifte van legaat van onroerend goed. Nog een enkel woord willen wij in dit verband wijden aan een rechterlijk vonnis, dat in kracht van gewijsde is gegaan en gewezen is naar aanleiding van een eigendomsactie t.a.v. onroerend goed. Zulk een vonnis dient ook overgeschreven te worden. Aan de griffier zou hiervoor een verplichting kunnen worden opgelegd. Op deze wijze is het vonnis weer terug te vinden. Het is van belang deze stukken te allen tijde te kunnen raadplegen, in het midden gelaten wat hun bewijskracht t.a.v. derden (niet-partijen) is. Door de vermelding van het deel en nummer van overschrijving in de kadastrale legger wordt men bij het titelonderzoek op het vonnis opmerkzaam gemaakt. De verjaring dient aan handen te worden gelegd. 5- Brengen wij nu nog de acquisitieve verjaring ter sprake. Wij geven als onze mening te kennen, dat het uiterst moeilijk zal zijn algemene regelen te ontwerpen voor het opmaken en publiceren van akten betreffende deze wijze van eigendomsverkrijging. Op blz. 283 van het Tweede gedeelte van het Verslag van de Staats commissie, ingesteld bij K.B. van 30 Juli 1906, nr 75, lezen wij „Voor de duurzaamheid van het vernieuwde kadaster dreigt gevaar „van de zijde der verjaring. „Wanneer door verjaring de vastgestelde grenzen buiten het „kadaster om kunnen worden gewijzigd en daardoor grenzen ont staan, bij het kadaster niet bekend, verliest dit gaandeweg zijne „waarde en is zijne duurzame instandhouding niet mogelijk. Dat hier tegen eene voorziening moet worden getroffen, is te eer duidelijk, „wanneer men bedenkt, dat de beteekenis van het instituut der ver- „jaring ook juist daarin is gelegen, dat het de rechtszekerheid dient. „Op de eenvoudigste wijze zou deze moeilijkheid, wat het kadaster „betreft, afdoende worden opgeheven, wanneer ten aanzien van bij „de vernieuwing vastgestelde grenzen de verjaring werd uitgesloten. „Het is echter geenszins noodig zoover te gaan. Ook met betrekking „tot grenzen kan men aan de verjaring hare bekrachtigende werking „ten aanzien van lange jaren bestaan hebbende toestanden laten, „wanneer men slechts zorg draagt, dat die werking zich ten volle in „het kadaster openbaart. „Dit resultaat wordt verkregen door een beroep op verjaring slechts „toe te laten in den vorm van eene vordering tot wijziging van de „kadastrale grens. Uitgesloten wordt hierdoor een beroep op verjaring „als verweer tegen eene vordering tot handhaving van de vastge stelde grens, doch dit neemt niet weg, dat hij, tegen wien zoodanige „vordering is ingesteld, zijnerzijds wijziging op grond van verjaring „kan vragen en wel door zijne vordering in te stellen bij eisch in „reconventie."

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1948 | | pagina 140