152 VERSCHILLENDE ONDERWERPEN N. D. HAASBROEK Een nomogram voor de stelling van Pythagoras gezien worden als een uittreksel van de aan het eerste ontwerp toe gevoegde „Instructie voor het Directorium". In dit artikel wordt in 14 punten in het kort aangegeven wat door het Directorium bestudeerd, ontworpen, geregeld, uitgeoefend, dan wel bevorderd moet worden. Als basis voor een door de Raad op te stellen instructie mag deze taakomschrijving voldoende geacht worden. Toch ontkomt men niet aan een. gevoel van onbehagen, als men bedenkt dat de Raad in zijn te geven Instructie het moeizaam door langdurig overleg van terzake volledig deskundigen verkregen resultaat (i.e. de specifieke landmeetkundig-technische desiderata, uitgesproken op een achttal vergaderingen en verwerkt in de ontwerp- instructie) goeddeels zal kunnen negeren. Ondanks de vele open vragen, de talloze moeilijkheden die nog overwonnen zullen moeten worden, mogen we toch tevreden zijn. Er is thans een Raad die met de coördinatie belast is en er is een Direc torium, dat de uitvoering tot taak heeft toegewezen gekregen, ook al bestaat dit laatste voorlopig uit 2 leden, te weten het Hoofd van de Topografische Dienst en het Hoofd van het Kadaster en moet het 3e lid, tevens voorzitter, nog steeds benoemd worden. Er kan, nu de wettelijke basis is gelegd, gewerkt worden. Of deze mogelijkheid volledig zal worden uitgebuit, hangt echter niet zozeer af van de papieren grondslag, dan wel van de aanwezigheid van de wil om samen te werken met terzijdestelling van heilige huisjes teneinde zodoende te geraken tot verwezenlijking van de waarlijk grootse gedachte die geleid heeft tot het besluit van de Luitenant- Gouverneur-Generaal. Den Haag, 29 April 1048. Mr C. G. van Huls Lector aan de Technische Hogeschool te Delft: Voor de stelling van Pythagoras bestaan verschillende nomogram- men. Zij bewijzen m.i. voldoende de behoefte die er bestaat, ter controle van gemeten maten, met eenvoudige hulpmiddelen, die geen of weinig berekening vereisen, de hypotenusa c van een rechthoekige driehoek uit de beide rechthoekszijden a en b te bepalen of de langste rechthoekszijde a uit de nypotenusa c en de kortste rechthoekszijde b. De bestaande nomogrammen geven voor zover mij bekend - alle het rechtstreeks verband tussen a, b en c. Hoewel dit zeer zeker

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1948 | | pagina 152