163 Nu werkt de natuur in haar „tekeningen" zo, dat als men er een maal oog voor heeft, vrijwel met één oogopslag opvalt of de natuur aan het werk is geweest of de mens. Immers, ook de tekening die de mens in de grond brengt, is zichtbaar. Want wat wij hiervoor zeiden omtrent geaardheid van de bodem ontstaat ook als de mens de natuur beïnvloedt. En dat doet hij op velerlei manier. Als hij b.v. een kasteel bouwt, dan brengt hij op een plaats waar dit van nature niet thuis behoort, steen in de bodem, in de vorm van fundamenten. Gelukkig werkt de mens in tegenstelling tot de natuur erg symmetrisch en het zijn de geometrische figuren die ons opvallen en waarschuwen, dat de mens bezig is geweest. En daarmede zijn wij aan het onderwerp gekomen, dat wij in dit artikel wilden behandelen. Daar, zoals wij reeds mededeelden, door de mens bij het aanleggen van zijn werken de natuur plaatselijk wordt gewijzigd en een dus danige wijziging onder gunstige omstandigheden de bodemkleur of het gewas beïnvloedt en aldus in een luchtfoto tot uiting komt, zal het duidelijk zijn, dat de factor tijd geen of slechts een bescheiden rol vervult. Immers steen is al een zeer onvergankelijk materiaal en dus maakt het weinig uit of steen ter plaatse 10 of 100 of iooo jaar geleden werd gedeponeerd. Maar dat betekent dan tevens, dat het mogelijk wordt bouwwerken uit alle eeuwen terug te vindendit zal temeer het geval zijn als -het om grote steenmassa's gaat. Helaas heeft men wegens materiaalgebrek heel vaak de stenen van vergane bouwwerken opnieuw gebruikt. Hierbij is men soms zo zorg vuldig te werk gegaan, dat practisch geen stukje steen meer te vinden is. In zulk een geval zal men al heel weinig kans hebben nog iets terug te vinden en dit verklaart dan ook. waarom zoveel kastelen en burchten helemaal niet meer terug te vinden zijn. In plaat I bieden wij een afbeelding van een vroeger kasteel nabij Ooy bij Nijmegen. In een zeer fraaie tekening onderscheidt men de vroegere muren van het kasteel. Hoe komt dat nu? Het spoor ligt in een weide, dus onder gras. Maar wordt te voorschijn geroepen door de fundamenten van het reeds tweehonderd jaar geleden vervallen kasteel. Deze steenmassa in de bodem doet het gras vergelen in tijden van grote droogte en het glazen oog, overgevoelig voor kleurverschillen, brengt ons feil loos de grondtekening, zo feilloos zelfs, dat men de spade geen meter verkeerd behoeft te steken, als men de fundamenten zou willen bloot leggen. Het beeld toont evenwel meer. De mens heeft ter plaatse nl. ook de grond vergraven. Hij heeft concentrische wallen en grachten ge graven en al is het relief dat daarvan is achtergebleven zo gering, dat men bij het lopen in de weide de hoogteverschillen niet waarneemt, toch zijn ze aanwezig en door de generale aanblik van de vorm dier wallen in hun geheel zien wij de grachten en wallen opdoemen. Hierover willen wij het nog eens hebben. Hoe komt het toch, dat die kleine verschillen, die dan toch nog altijd zo groot zijn, dat het

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1948 | | pagina 163