20 E. MULLER De betekenis van de lijst van rechthebbenden Zowel volgens de procedure van de ruilverkavelingswet als die van de door de „Commissie Hof" ontworpen Hermetingswet wordt een lijst van rechthebbenden opgemaakt, waarin de rechten omschreven worden die zekere personen hebben op bepaalde onroerende goederen. In tegenstelling met ons negatieve rechtsstelsel heeft deze lijst positieve rechtskracht. Omtrent de vraag of deze positiviteit zich alleen beperkt tot de procedure van de ruilverkaveling of zich uitstrekt tot de ruilverkavelingsakte heerst echter meningsverschil. Gaarne zal ik hier omtrent mijn mening te kennen geven. Eerst dan de ruilverkavelingswet maar: Hierin staat omtrent de lijst van rechthebbenden dat de daarin vermelde rechten onherroepelijk vast staan, wanneer deze lijst gesloten is. In artikel 51 sub 3 is dit niet zo sterk uitgedrukt als in de artikelen 52, 58 sub 1, 62 sub 2, 64 en 65. Op grond van dit artikel zou m.i. de mening te verdedigen zijn, dat de lijst alleen bedoelt vast te stellen met welke personen de ruilverkavelingsprocedure wordt voortgezet, daarbij buiten beschouwing latend of ze in werkelijkheid rechthebben den zijn of niet. Voor de ruilverkavelingsprocedure is dit ook vol doende. De wet zegt echter van het plan van ruilverkaveling m art. 75 sub 1 dat dit, als geen bezwaren zijn ingediend „vast staat". Zijn er wel bezwaren en komen deze voor de rechtbank, dan is volgens artikel 81 „tegen de uitspraak van de rechtbank geen verzet noch ook enige andere voorziening mogelijk". Dit is niet alleen op de kavelindeling, op de schadevergoedingen enz. van toepassing, maar ook op de toe deling der kavels (artikel 71), waarmee dus „vast staat" wie eigenaar is van een bepaald perceel en wat de beperkingen zijn op dit eigen domsrecht. Zijn er geen beperkingen bij vermeld, dan moet onder „eigendom" toch worden verstaan: „het recht om van een zaak het vrij genot te hebben en daarover op de volstrektste wijze te be schikken" uitgezonderd uitdrukkelijk in wetten vastgestelde uit zonderingen (artikel 625 B.W.). Daar het plan van ruilverkaveling aldus positief vaststelt wie quali- tatief en quantitatief rechthebbende is van een nieuwe kavel, moet eerst evenzo positief vastgesteld zijn welke rechten deze persoon op de oude percelen had. Hierop berust de procedure van de ruilver kaveling. Een kleine variatie op een juridisch rechtsbeginsel zij nog in dit verband veroorloofdnemo plus iuris habere potest, quam ipse habet. In het ontwerp Hermetingswet is, zoals ook in de toelichting gezegd wordt, het schema van de ruilverkavelingswet gevolgd (artikel 15 sub 1, artikel 17 sub 1, artikel 20 sub 2). Terloops zij opgemerkt dat hier de lijst van rechthebbenden dezelfde rol speelt als de lijst van Landmeter van het kadaster, Breda

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1948 | | pagina 20