203
hoogten van een getrianguleerde strook. Voor het gegeven recept ont
breekt vooralsnog ieder bewijs, maar de resultaten van de enkele toe
passingen die worden genoemd, zijn zo verrassend goed dat met span
ning de verdere ervaringen met deze werkwijze zullen worden afge
wacht.
Met een paragraaf over ontschranking, die vrij slordig geschreven
is en waarin op blz. 260 de optische en meetkundige voorwaarden
waaraan een ontschrankingsapparaat moet voldoen lelijk door elkaar
worden gehaald, en vier bladzijden over radiaaltriangulatie, wordt dit
hoofdstuk besloten.
In hoofdstuk IV worden een aantal toepassingen der luchtfotogram-
metrie genoemd en wel voor kaarten op schalen kleiner dan 1 5000,
voor kadastrale en verkavelingsdoeleinden en voor geologische toepas
sing. De opgave beperkt zich tot Zwitserse ervaringen. Een voorstel
omtrent de uitvoering van kaarteringen in nog niet ontsloten gebieden,
dat in hoofdzaak overeenkomt met reeds door Von Gruber en anderen
gepubliceerde methoden, besluit het boek.
Uit het bovenstaande moge blijken dat het merkwaardige van dit
boek zich in hoofdzaak beperkt tot het gedeelte over de modeldefor
maties bij de relatieve en absolute oriëntering van fotoparen en
speciaal omdat hierbij bijzondere aandacht wordt besteed aan de de
formaties in de X en Y coördinaten, iets waaraan tot nu toe in de
literatuur vrijwel geen woord gewijd was. Dit gedeelte geeft dan ook
ruimschoots stof tot verdere onderzoekingen. Dat de toepassing van
de foutentheorie op de gegeven formules werd weggelaten is te be
treuren, maar in het bestek van een leerboek wel te verdedigen.
De tweede merkwaardige eigenschap van het boek wordt inderdaad
gevormd door wat er niet in staat. In het kort is dat de bespreking van
nagenoeg alle opnemings- en uitwerkingsinstrumenten die niet tot het
programma van de fabriek van Wild behoren. Door deze behandelings
wijze maakt Prof. Zeiler zich schuldig aan eenzelfde eenzijdigheid die
wij vaak de Amerikanen verwijten, namelijk dat zij hun blik niet
richten op wat buiten hun landsgrenzen omgaat.
Door deze eenzijdigheid en mede door een zekere mate van opper
vlakkigheid bereikt het boek niet het niveau van de bekende werken
van Schwidefsky en Finsterwalder. Anderzijds is het door de meer
moderne behandeling van de stof voor ieder die een globaal overzicht
wenst van de huidige stand der fotogrammetrie, aan te bevelen.
De materiële verzorging van de uitgave laat niets te wensen over.
Ir A. J. van der Weele.
De Redactie van dit tijdschrift ontving van de firma Wild te Heer-
brugg (Zwitserland) haar bijzonder fraai uitgevoerde, rijk geïllustreer
de catalogus van fotogrammetrische instrumenten (58 blz., 21 X
30 cm). F. H.