<g('» .)'-4 lis p7r]~30 dmgr- 211 waarden voor b kleiner dan i verkregen kunnen worden. En dit heeft tot gevolg dat, daar volgens blz. 96 van de H.T.W. de polygoonlengte enerzijds bepaald wordt door de eis: (4) wat betreft de toevallige fout in de lengtemeting, de maximale poly goonlengte voor gebied III tot het 24-voudige van 2,4 km vergroot kan wordenx). Anderzijds wordt de lengte van een gestrekte polygoon bepaald door het aantal polygoonpunten n en de hoekmeetfout ma. En wel moet voldaan zijn aan (H.T.W. blz. 97) Uit 76 polygonen van de Noord-Oostelijke Polder en 52 van de Ruilverkaveling Nieuwleusen berekende ik uit de hoeksluitfouten fa mx Gebruikt werden jalons als signalen; de zijdelengten varieerden van 200 tot 400 m; de hoeken werden gemeten in twee dubbelseries met de theodoliet van De Koningh met planglasmicroscopen of de theodo liet van Kern, beide typen instrumenten met goede optische centrering. Bij overmeting van enkele lange polygonen bleek uit de hoekverschil- len eenzelfde orde van grootte voor de middelbare hoekfout. Uit de berekende waarde van mx volgt voor de orde van grootte van de centreerfout 0,5 cm. Met mx 30 dmgr, zijdelengte 2,5 X io* cm, d 12 cm, volgt uit (5) n fss 21 of «i 5 km. 2) Voor gestrekte veelhoeken kan men zonder extra voorzorgen voor gebied III dus zeker wel een polygoonlengte van ongeveer 5 km 3) bereiken. Bij nauwkeuriger hoekmeting, bijv. met gedwongen centre ring met m 10 dmgr kan men komen tot 10 km bij de zelfde zijdelengte. Ook bij dezelfde meet- en centreernauwkeurigheid kan men boven de 5 km komen door toepassing van de methode der hoofdhoekmeting (H.T.W. blz. 84 ad 50; zie fig. 2): slaat men één punt over (dus p2 192 n 2 y-' 1) In zekere zin is dit een gevaarlijke interpolatie, omdat juist voor langere zijden-volgens (2) nog een term met P te vrezen is, e^n gevolg van invloeden die meestal onder het begrip systematische foutenbronnen gevangen worden. Men zou eigenlijk eerst de gehele lengtemeting „heen" per veelhoek moeten verrichten, daarna „terugen dan zien of aan dezelfde foutenformule (3) voldaan is en dus de getrokken conclusie gewettigd is. Zie hiervoor ook het behandelde op blz. 217. 2) Voor deze langere veelhoeken is het nomogram Kad. nr 56 niet meer bruik baar; een nieuw nomogram verdient aanbeveling. 3) Zelfs met een zekerheidscoëfficient 0,7 in het rechterlid van (5) wordt dit nog ruim 4,5 km.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1948 | | pagina 221