212
hoofdzijden van 500 m), dan wordt 8 km, slaat men drie punten
over (hoofdzijden van 1 km) dan komt men tot 11 km.
Ook de hoekmeetfouten behoeven dus geen belemmering voor ver
groting van de lengte van een polygoon te zijn.
Over blijft nu nog het onderzoek naar de invloed van de zgn. syste
matische fout in de lengtemeting.
Zorgen wij, dat heen- en terugmeting van de lengte ener polygoon
zijde volmaakt onafhankelijk geschieden en bij de hoekmeting even
tuele systematische invloeden van horizontale refractie vermeden
worden door de richtingen op ten minste 50 cm afstand van palen e.d.
en op minstens 1 m afstand van muurvlakken te projecteren, dan
kunnen de fouten {mf)b en nia als toevallige worden beschouwd, d.w.z.
hun invloed kan vrij betrouwbaar met behulp der foutentheorie bere
kend worden.
Dit laatste is zonder meer niet te zeggen van de systematische fou
ten. Hiervoor moet experimenteel en/of theoretisch een formule wor
den opgesteld, waaruit hun invloed voor ieder geval kan worden
geschat.
Als systematische foutenbronnen kunnen worden genoemd
ade foutieve lengte van de meetband
b. lengteverandering van de band door temperatuurs- en spannings
verschillen
c. het kleven van de band aan de grond e.a. invloed van de bodem
begroeiing en het meetrekken van de pennen bij de lengtemeting
door de arbeiders
d. het niet juist inrichten van de meetband in de te meten lijn, en
doorbuiging en niet horizontaal houden van de band, respectievelijk
fouten in de hellingmeting
e. invloed van de kaartprojectie;
f. invloed van de plaatselijke hoogte;
g. invloed van de landelijke basismeting en de regionale invloed van
hoekmeetfouten en vereffening van het landelijke driehoeksnet.
ad aDoor constructiefouten, reparaties en slijtage kan de lengte van
een meetband gemakkelijk 1 cm fout zijn op de 20 m. Dit geeft een
fout van 0,05 ofwel een a 25 in (H.T.W. blz. 93)
(m2i)a a. I2 waarin l weer in hm is uitgedrukt. (6)
Vooral meetbanden met eindmaat (in ringen) geven door uitslijting
van de verbindingsschakels van ring en band grote afwijking. Het is
Fig. 2