[yjö.. [yje» rf]
a, [yj a, ^L"('5>
5-] <i6)
228
Uit (13) en (14) volgt de bekende formule, als we stellen:
#1 r#&~] r# r zn Tx x w~\ Tx
Overeenkomstig: H,i? en B,B.
De methode t) berust er nu op dat in vele gevallen uit de normaal
vergelijkingen (4) de coëfficiënten Q in (5) eenvoudig te vinden
zijn; speciaal denk ik hierbij aan waterpasnetten en driehoekskettingen.
Daar de coëfficiënten van de korrelaten in (7) rechtstreeks uit de
voorwaardevergelijkingen volgen, geven de formules (12) de moge
lijkheid de verlangde cofactoren vrijwel zonder nadere herleidingen
neer te schrijven, zie (13) en (14).
Men ziet dat omgekeerd de formules (12) ook uit de bekende uit
drukkingen (16) zijn af te leiden.
Het vinden van dergelijke vereenvoudigingen en verbeteringen van
rekenmethoden wordt eigenlijk pas mogelijk gemaakt door de over
zichtelijkheid van de gebruikte notatie van Ricci.
Zoals bekend mag worden verondersteld bestaat er tussen de twee
klassieke standaardvraagstukken geen principieel verschilhet is vnl.
een kwestie van elegantie en symmetrie, welke der twee men kiest. Zo
is het niet te verwonderen dat er meer „standaardvraagstukken" be
staan Prof. Tienstra behandelt er hier nog twee.
Het derde standaardvraagstuk geeft het bewijs van de mogelijkheid
van het vereffenen in meerdere trappen en de hiervoor vereiste reken
methode. De invoering van de bovengenoemde algebraische correlatie
geeft voor dit probleem een elegante oplossing. Daar in de land
meetkundige praktijk veelal onbewust in trappen wordt gewerkt, is
bestudering van dit vraagstuk een vereiste voor het vinden van de
juiste handelwijze.
De voorbeelden (vereffening van een eenvoudig driehoeks-net met
hoekmeting en richtingsmeting) tonen de voordelen van trapsgewijs
en symmetrisch vereffenen duidelijk aan. Wat de symmetrie betreft,
hier valt een grote vooruitgang te bespeuren t.o.v. de behandeling die
Jordan van analoge gevallen geeft.
Het behandelde vierde standaardvraagstuk wordt toegelicht aan
het veelomstreden (zie Zeitschrift für Vermessungswesen omstreeks
1940) probleem van het zo goed mogelijk trekken van een rechte lijn
door een aantal punten. Het is merkwaardig hoe de schrijver dit pre-
1) Zie overeenkomstig Bruins in dit tijdschrift jg. 1948 blz. 61, 62.