233 van de zo juist genoemde. Al deze grootheden zijn lineaire functies van de waarnemingen, direct of indirect, en met de algemene voortplan- tingswet der moduli is de bijbehorende tensor der cofactoren te be rekenen. Aan de wellicht oorspronkelijk physische correlatie wordt nu een algebraische toegevoegd, maar daar de tweede grondhypothese van de verhandeling II is, dat tussen beide soorten correlatie geen ver schil wordt gemaakt, vervalt ook het onderscheid tussen oorspronke lijke waarnemingen en hieruit door de vereffening afgeleide groot heden, van alle tezamen kan één tensor der cofactoren opgesteld worden. De eerste trap van de vereffening levert nu de waarden van de ver effende waarnemingen en van een aantal parameters, met daarnaast de tensor der cofactoren. Bij een tweede trap kan nu in principe gelijk gehandeld worden als bij de eerste, waarbij de vereffende waarnemingen en parameters uit de eerste trap geheel of gedeeltelijk als waarnemingen voor de tweede fungeren, met de tevens berekende tensor der cofactoren als grondslag voor de gewichtsberekening. Het is duidelijk dat dit proces in principe onbeperkt voortgezet kan worden, waarbij voor iedere trap voldoende en noodzakelijk is de kennis van het uit de voorafgaande trappen afgeleide waardestel voor in de Beschouwde trap optredende grootheden en hun cofactoren. Hierbij wil ik nog opmerken, dat het mij voorkomt dat in de aan name van bovengenoemde hypothese van Prof. Tienstra de mogelijk heid van trapsgewijs vereffenen ingesloten is, zodat een speciaal bewijs van dit laatste via het derde standaardvraagstuk overbodig ge acht moet worden. Hoofdstuk VI. Uitgewerkte voorbeelden42 blz. Ook dit hoofdstuk maakt de indruk van grote zorgvuldigheid bij de bewerking, met voldoende overzichtelijkheid dank zij de vele tabellen. Al met al een boek uitstekend geschikt als hulpmiddel voor de student, hoewel ook afgestudeerden in de praktijk, vooral dank zij de 36 uitgewerkte voorbeelden, er zeker nog profijt van kunnen trekken. W. Baarda Mr S. J. Fockema Andreae, met medewerking van Mr B. van 't Hoff, archivarissen aan het Algemeen Rijksarchief, Geschiedenis der kartografie van Nederland van den Romeinschen tijd tot het midden der 19e eeuw. With a summary in English. VIII 127 27 blz., 24 X 31 cm, Martinus Nijhoff, 's-Gravenhage, 1947, prijs 15.—. De lotgevallen van de kaart van Nederland (tot aan de verschij ning van de zgn. stafkaart 1850) zijn neergelegd in dit onlangs verschenen werk. Een mooi gedrukt boek met een vrij groot aantal, meestal fragmentarische, afbeeldingen van belangrijke kaarten en met helaas nogal wat drukfouten in de tekst. Een zeer groot aantal namen, datums, literatuuropgaven en bijzonderheden in de voetnoten, geven de indruk van een volmaakte volledigheid. Voor iemand die uit hoofde

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1948 | | pagina 243