245 meetkunde en is wellicht alleen voor intern gebruik bestemd, maar zeer verhelderend om de juiste bedoeling van de S.C. te peilen. Een naam behoort uit te drukken wat men bedoelt. Daarom is die van Rijksdienst van het Kadaster af te keuren in de zin als door de S.C. gebruikt. Tenzij met voorbedachten rade door de naam uiting wordt gegeven aan de bedoeling om inderdaad aan het kadaster (oude stijl) en wat daaruit zou kunnen groeien, die praeponderante positie te geven en alles daaraani ondergeschikt te maken zoals uit het gehele rapport der S.C. blijkt. Welluidendheid als argument voor het kiezen van een naam komt mij verder weinig steekhoudend voor. Men komt dan op het gebied van de persoonlijke smaak. Maar ik vraag mij toch af, waarom dan niet de voorkeur zou kunnen zijn gegeven aan het ook door de S.C. ge bezigde Rijksdienst van het Grondboek. Voor mijn oren even wel luidend en wat meer zegt veel doeltreffender. Immers daarmede zijn de samenstellende delen van zulk een dienst vanzelf gegeven. Dan. valt het accent waar het moet vallen, op de juridisch-administratieve dienstde openbare registers, de hypothecaire en kadastrale boek houding met als hulpdienst landmeetkundig personeel dat de zgn. ge wone dienst uitvoert. Zoals nu de verhouding is tussen het Scheeps register en de Scheepsmetingsdienst. Daarnaast ware dan te denken een Rijks Landmeetkundige Dienst,, die omvat de Ruilverkavelingsdicnst, de Dienst voor Buitengewoon Landmeetkundig Werk, de Centrale Tekenaarsopleiding, c.q. een Her- metingsdienst en een Cartografische dienst. Een personeelsorganisatie met allerlei verheven titels zal ik maar niet gaan bedenken voor mijn Rijksdienst van het Grondboek. Wellicht is daartoe gelegenheid als eenmaal een nieuw B.W. voor ons ligt en er een Rijksdienst voor de Openbare registers zal moeten worden gecreëerd. Tot zolang sluit ik mijnerzijds de discussie over deze „Reorganisatie". Hypotheken op onroerende goederen Het volgende is ontleend aan Mededeling 5050 van het Centraal Bureau voor de Statistiek, afd. Statistiek der Overheidsfinanciën. De na de bevrijding in 1945 aangevangen stijging van de aantallen en bedragen der nieuwe inschrijvingen zette zich in 1946 en 1947 verder voort. In 1946 en 1947 werden naar aantal en bedrag meer hypotheken nieuw ingeschreven dan doorgehaald. De gemiddelde rentevoet van nieuwe inschrijvingen bedroeg over 1947 3,93 De ge middelde rente van de openstaande inschrijvingen bedroeg op 31 De cember 1947 4,52 Op die datum bedroegen de openstaande in schrijvingen een totaalbedrag van 4640 millioen. F. H. Literatuuroverzicht Journal des Géomètres-Experts et Topographes Francais, 1948 blz. 9. Uit het Rapport door M. Massot uitgebracht op het congres van November 1947 van de Franse Landbouwbond over „Ruilverkaveling en bodemexploitatie".

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1948 | | pagina 255