253 4- Verkiezing van een Voorzitter wegens het periodiek af treden van de Heer Prof. J. M. Tienstra, die zich niet her kiesbaar stelt. (Ingevolge het Huishoudelijk Reglement wor den de leden van het Dagelijks Bestuur en de Redactie gekozen uit een groslijst, bestaande uit de candidaten, door de Besturen van de aangesloten verenigingen opgegeven voor de aanvang van de verkiezing, en uit de candidaten, opgegeven staande de vergadering door één of meer stem gerechtigden.) 5. Lezing te houden door de Heer Prof. Dr G. J. A. Grond, Bijzonder Hoogleraar aan de Technische Hogeschool te Delft. OnderwerpBodembeweging tengevolge van mijnbouw. Pauze 14.00 6. Lezing te houden door de Heer Carel Bloemen, Archivaris der Staatsmijnen in Limburg. OnderwerpDocumentreproductie. 7. Rondvraag. 8. Sluiting van het Congres. Het Hoofdbestuur deelt mede, dat er gelegenheid bestaat in de pauze deel te nemen aan een gemeenschappelijke lunch. Verslag van de Toestand en de Verrichtingen van de Federatie Op het congres 1947 werd aan het Hoofdbestuur in overweging ge geven een onderzoek in te stellen naar de behoefte aan middelbaar landmeetkundig personeel. Het Hoofdbestuur besloot een enquête te houden en richtte daartoe aan één en veertig hoofden van dienst het verzoek een opgave te verstrekken van ie de huidige bezetting van tekenaars, rekenaars en landmeettechnici, 2e de bezetting in de naaste toekomst en 3e de directe behoefte aan personeel in de drie genoemde categorieën. Door vrijwel alle diensthoofden werd de ge vraagde opgave verstrekt. Het resultaat van het onderzoek is als volgt Tekenaars Rekenaars Landmeettechnici Huidige bezetting 126 36 129 Bezetting in de naaste toekomst 180 49 146 Directe behoefte 32 7 7 Ten aanzien van de opleiding liepen de meningen der inzenders uiteenenigen gaven de voorkeur aan een opleiding in de eigen dienst, anderen voelden meer voor een M.T.S.-opleiding. Daar het aantal direct benodigde landmeettechnici gering is dringt zich de vraag -naar voren of in de eerstkomende tijd een centrale opleiding voor tekenaars en rekenaars niet voldoende is. Volgens de mening van het Hoofdbestuur is het aantal direct benodigde teke naars te gering om een daartoe geschikte opleiding onder te brengen bij verschillende M.T.S.-en. De opleiding zou dus moeten geschieden aan één M.T.S. Er bestaat echter hier te lande een opleidingsinsti-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1948 | | pagina 263