264
in paralleling the contemporary practice in some other countries, but
we feel it is a first courageous step towards the light".
Zeer goed waren ook Frankrijk, Italië en Zwitserland vertegen
woordigd met resp. 29, 21 en 24 mannelijke deelnemers.
Het congres is gehouden in het Kurhaus te Scheveningen en werd
op 1 September geopend met een plenaire vergadering, waarin Prof.
Schermerhorn een voordracht hield over „Prospects in Photogram-
metry". P>ehalve deze zijn er nog drie plenaire vergaderingen gehou
den een waarin Prof. Baeschlin sprak over de voor- en nadelen van
eventuele aansluiting van de S.I.P. als Association de Photogrammétne
aan de Union Géodésique et Géophysique Internationale, waarna Capt.
Reading een voordracht hield over de organisatie op kartografisch
gebied in de U.S.A.een waarin Pearce een interessante film vertoonde
over luchtfotogrammetrie in Canada en tenslotte de eindvergadering.
De twee voornaamste punten van deze slotvergadering mogen hier
niet onvermeld blijven. Aan Poivilliers werd het erelidmaatschap van
de S.I.P. aangeboden en besloten werd, dat het internationale tijd
schrift Photogrammetria met ingang van 1949 weer zal verschijnen.
Een gehele dag was uitgetrokken voor een excursie naar Alkmaar
en de Wieringermeer, die zeer in de smaak viel van de buitenlandse
deelnemers, een middag voor een excursie naar Amsterdam, die wel
licht nog meer indruk maakte, en een ochtend voor een excursie naar
Delft.
Laatstgenoemde excursie omvatte o.a. een bezoek aan het Geodesie-
gebouw, waar een historisch-kartografische tentoonstelling was inge
richt door de Technische Hogeschool en een tentoonstelling van foto-
grammetrische apparaten en resultaten door de Meetkundige Dienst
van de Rijkswaterstaat.
De overige tijd werd grotendeels in beslag genomen door de com
missievergaderingen eigenlijk zelfs wat teveel, zodat het moeilijk
was voldoende tijd te vinden voor het rustig bestuderen van de zeer
leerzame tentoonstelling, die was ingericht in het Palace-Hotel te
Scheveningen.
Het programma was zo samengesteld, dat hoogstens twee commissies
tegelijk vergaderden. Ook dan is het nog wel eens lastig een keuze te
doen, maar geheel kan men deze gelijktijdigheid van commissieverga
deringen nu eenmaal niet vermijden.
In zijn verslag van het congres te Rome en Florence in 1938 heeft
Prof. Schermerhorn het vermoeden geuit, dat de voortreffelijke orga
nisatie van het Internationale Aardrijkskundige Congres in 1938 te
Amsterdam op verschillende bezoekers een zodanige indruk had ge
maakt, dat men er op aandrong het Vide Congres voor Fotogrammetrie
in Nederland te houden, in de hoop, dat de Nederlandse Vereniging
voor Fotogrammetrie tot iets soortgelijks in staat zou zijn. Nu is het
weliswaar niet mogelijk geweest en met het oog op het kleinere
aantal deelnemers ook niet nodig het congres op zo grootse wijze
te organiseren als dat in Amsterdam, maar op grond van de uitingen
van bewondering ook wanneer men deze ontdoet van een percen-