273 oil=->-di+d,+£±£(i ^-(B-x)«'2 (B-x)r'2 (2) z z z a zes maal te herhalen en de verkregen waarden voor de oriënterings- elementen te middelen, getuigt echter van minder grote practische zin de hoge kosten van een dergelijke procedure vormen een vrijwel on overkomelijk bezwaar, afgezien van andere tegenwerpingen die ge maakt zouden kunnen worden. De rekenkundige methode (reeds in 1939 door Prof. Schermerhorn voorgesteld in Photogrammetria), waarbij correcties aan de oriënteringsgrootheden worden berekend uit gemeten dwarsparallaxen in een aantal punten, is beter en geeft maximale nauwkeurigheid in de zin van de methode der kleinste kwadraten. Hallert (Zweden) heeft ter vereenvoudiging van de berekening, een combinatie van de optisch-mechanische en de numerische methoden ontworpen, waarbij men begint met in de twee hoofdpunten de paral lax weg te nemen. Deze methode wordt in ons land met succes toege past. Intussen heeft Kasper (Zwitserland) in een voordracht voor Com missie III opgemerkt, dat de optisch-mechanische methode fouten- theoretisch gelijkwaardig kan worden gemaakt met de numerische methode door de dwarshelling en de verdraaiing en de y-component van de basis niet in slechts één, doch in resp. twee, drie en drie punten te beoordelen. Het komt mij echter voor, dat men bij al deze foutentheoretische onderzoekingen het uitgangspunt nog niet diep genoeg gekozen heeft men zou moeten beginnen met te onderzoeken of de waarnemingen van dwars- en langsparallaxen (de laatste met het oog op seriebeeld- aansluiting) wel de normale frequentieverdeling vertonen. Het langs numerische weg berekenen van de correcties aan de voorlopig ingestelde oriënteringselementen uit gemeten dwarsparal laxen is ook. zij het in mindere mate, bij de methode van Hallert vrij bewerkelijk. Dit heeft Poivilliers aanleiding gegeven een gra fische methode te ontwerpen. Hij heeft zijn methode beschreven in twee korte maar zeer interessante mededelingen aan de Académie des Sciences („Formation de l'image plastique dans les appareils de restitution" 31 mai resp. 14 juin 1948) en in een voordracht op het congres. Met het oog op de grote practische betekenis van deze methode zal ik hierover enigszins uitvoerig refereren. De bekende uitdrukking voor de relatie tussen de dwarsparallax A in een punt met coördinaten x, y en z is in de notatie van Poivilliers Z- xxx xyx y g (3 y- B x{B x) (1) z z z Hierin zijn en a2 correcties aan de langshellingen. correctie aan het dwarshellingsverschil. en y2 correcties aan de verdraaiingen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1948 | | pagina 283