293
Literatuuroverzicht
Het Koninklijk Nederlandsch Aardrijkskundig Genootschap heeft
zijn 75-jarig bestaan gevierd op 3 Juli 1948, toen in het Indisch Insti
tuut te Amsterdam een jubileumvergadering werd gehouden. De voor
zitter heeft daar een feestrede uitgesproken en er zijn vele toespraken
gehouden, doch hierbij heeft men het gelukkig niet gelaten.
Van het steeds zo uitmuntend verzorgde tijdschrift van het Genoot
schap is thans een feestnummer verschenen, in de omvang van een
dubbele aflevering, dat geheel aan de luchtfoto is gewijd. Zoals de
voorzitter in zijn feestrede al had vermeld kan men uit deze prachtige
Jubileumuitgave zien „welk profijt tal van hulpwetenschappen der geo
grafie en het onderwijs uit de bestudering van luchtfoto's kunnen
trekken".
Ik meen iedereen te mogen aanraden toch vooral kennis te nemen
van deze schitterend uitgevoerde artikelenreeks, die binnenkort ook
in de boekhandel als afzonderlijk boekwerk verkrijgbaar zal worden
gesteld onder de titel Het spiedend oog der Juchtcamera (X 331
blz, 170 luchtfoto's. E. J. Brill N.V., Leiden, 1948. Prijs 15*
Behalve het voorwoord en de reeds genoemde feestrede bevat deze
uitgave niet minder dan 32 artikelen, rijk geïllustreerd op kunstdruk
papier met fraaie luchtfoto's, die opgenomen zijn zowel met verticale,
als met schuine camera-as.
Uit de rijke verscheidenheid van de behandelde onderwerpen moge
hier speciaal genoemd worden de bijdrage van C. A. J. von Frijtag
Drabbe: Het lezen en interpreteren van verticale luchtfoto's. De
schrijver vestigt de aandacht op de grote waarde die de luchtfoto heeft
voor het samenstellen van de geologische kaart, een waarde die tot
voor kort vrijwel over het hoofd schijnt te zijn gezien. Behalve een
bespreking van oude zeedoorbraken tussen Alkmaar en Uitgeest bevat
het artikel tal van luchtfoto's, die ten dele ook al in het Tijdschrift
voor Kadaster en Landmeetkunde zijn gepubliceerd.
Voor de landmeter van belang is ook een artikel van Mr B. van
't HoffDe oude Nederlandse steden uit de lucht gezien. De schrijver
vergelijkt de oude stadskaarten (Van Deventer, Blaeu) met het stads
beeld zoals het zich nu uit de lucht vertoont en wil de ontwikkeling der
Noordnederlandse steden sinds het midden van de 16e eeuw demon
steren (foto's van Leiden).
Hetgeen de lezers van dit tijdschrift het meest zal interesseren is een
uitvoerig overzicht van Prof. Ir J. H. G. Schepers, Van luchtfoto tot
kaart, dat in 45 bladzijden de fotogrammetrische kaarteringsmethoden
en de daarvoor gebezigde apparatuur beschrijft, met de bedoeling
„de niet-ingewijden een inzicht te geven op welke beginselen de lucht-
fotogrammetrie berust".
Van de behandelde onderwerpen in de bundel noem ik nog de Zui
derzeewerken, de havens van Amsterdam en Rotterdam, grote Neder
landse bedrijven als de K.L.M., de Staatsmijnen, de hoogovens, Philips.
Verder uiteenzettingen over verschillende landschappen (het Gooi, de
Alblasserwaard, Schouwen-Duiveland, midden Limburg e.a.) het oud
heidkundig bodemonderzoek is niet vergetenook Indonesië, Suriname