294 en de Nederlandse Antillen kregen een ruime plaats. Alleen het plaatjes kijken in dit boekwerk is al een groot genot. Behalve de vele opnamen door de K.L.M. van voor en na de oorlog komen ook veel vooroorlogse foto's voor, afkomstig van de luchtvaartafdeling Soester- berg en van de geallieerde luchtmacht, gedurende de bezetting gemaakt. Uit alles blijkt, dat ook beoefenaars van andere wetenschappen dan de kartografie steeds meer van de luchtopnamen gebruik zullen gaa maken. Ook met hun belangen zal bij een eventuele nieuwe luchl opneming van ons land rekening moeten worden gehouden. W. v. R. Schweizerische Zeitschrift für Vermessung und Kulturtechnik, 1948 blz. 99 en 1948 blz. 116: A. Pastorelli, Fotogrammetrie en kadasterplans op grote schaal. Beschrijft de luchtkaartering tussen 1944 en nu van ongeveer 4500 ha land gelegen in het dal van de Blenio, een berglandschap in Itali aans-Zwitserland, verdeeld over 15 gemeenten. In een vorig artikel wordt gesproken over een gemiddelde helling van 50 Doel is kadastrering en sanering. De toestanden zijn hier wel zeer verschil lend van die wij kennen. Er wonen 656 families, iedere familie bezit gemiddeld 134 percelen met een gemiddelde perceelsoppervlakte van 250 ca. Het kleinste perceel is 23/2 ca met een jaaropbrengst'van 3 kg aardappelen. Een oude vrouw had 22 percelen met een totaalopper vlakte van 250 ca. Èr waren hooistallen met 8 bezitters, de stallen in 8 vakken verdeeldde achtersten moesten wachten tot de voorsten hun hooi hadden opgevoerd. Stellen we ons deze lapjes grond voor, moeilijk bereikbaar tegen berghellingen. Er is geen kadaster, wat de handel in grond belemmert en hypothecaire credietverlening practisch on mogelijk maakt. De bevolking werd geïnstrueerd haar percelen aan te duiden met piketten waarop witte kartonnen kaarten van 20 X 20 cm. Gevlogen werd op 1000 m voor de kaart op 11000. De technische grondslag werd aangeduid met kaarten van 40 X 40 cm. Deze werd gevlogen op 2500 m. Het terrein leende zich uitsluitend voor stereografie. (Schrij ver wijst er op dat alleen ontschrankte foto's in dit terrein niet bruik baar waren.) Met behulp van vergrotingen van de foto's moesten in het terrein de witte puntjes worden verbonden op aanwijzing van de eigenaren; daarna kon pas worden gekaarteerd (met autograaf van Wild). Dit is een kort résumé. Wat in het artikel opvalt is de goede samen werking tussen de betrokken diensten en ook met de bevolking en de wil om tot een resultaat te komen waarvan de nauwkeurigheid afge stemd is op het doel. De laatste zinnen luiden„Het is goed te be grijpen dat dit gebruik van de fotogrammetrie de grootste belangstelling zowel in Zwitserland als in het buitenland ondervindt. De buitenlandse bezoekers beschouwen deze methode als de meest rationele; ja zelfs als de enige verlossing uit de onmacht om met de gebruikelijke metho des hun grote kadastrale vraagstukken op te lossen. De fotogrammetrie zal hun zeker nog waardevolle diensten verlenen".

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1948 | | pagina 304