302
te vrezen zijn, in de aanzegging een zinsnede op te nemen dat als aan
vulling van de aanzegging een tekening zal worden opgemaakt na de
afpaling ter plaatse en dat die tekening ter overschrijving in de open
bare registers zal worden aangeboden.
Op die manier zou ook de ambtshalve doorhaling van de onteigende
perceelsgedeelten in de hypothecaire bezwaarheidsregisters overeen
komstig de definitieve terreinstoestand plaats hebben.
Uit administratief oogpunt blijken hier echter grote bezwaren tegen
te bestaan.
De onteigeningen omvatten dikwijls vele gehele en gedeeltelijke
percelen en de Afdeling Vaststelling Onteigeningsvergoedingen zou
door het ontbreken van een kaart met volgnummers en ligging der
onteigende percelen de taxaties moeten uitstellen tot de afpaling van
het bewuste perceelsgedeelte zou zijn geschied, hetgeen niet in het
belang van de overige oorlogsslachtoffers kan worden geacht.
Wel menen wij het voorstel te kunnen overnemen, op de onteige-
ningskaarten in het algemeen te vermelden dat bij de opmeting van
de onteigeningsgrens der gedeeltelijk te onteigenen percelen uitsluitend
moet worden afgegaan op de afpaling ter plaatse, zonder rekening te
houden met afwijkingen ten opzichte van de aangehechte onteigenings-
kaart anders dan door principiële wijzigingen.
Hierbij dient uiteraard het voorbehoud te worden gemaakt, dat
deze nadere afpaling zich alleen mag uitstrekken tot de op de ont
eigeningslij st vermelde kadastrale percelen. Weliswaar kan het College
ingevolge art. 13 van bovengenoemd K.B. door enkele aanzegging
zonder meer onteigenen, doch de in de praktijk ingevoerde waarborgen
zoals onteigeningszitting etc., moeten voor elke eigenaar gelden.
Percelen die alsnog onteigend moeten worden dienen onderwerp te
worden van een nieuwe onteigeningszitting, terwijl voor bij nader in
zien ten onrechte onteigende percelen de weg van hertoewijzing inge
volge de Nood Toewijzingswet Staatsblad 1947 nr H 241 juncto 1948
nr I 262 open staat.
Samenwerking Kadaster
Indien de uitmetingen van gedeeltelijk onteigende percelen niet
vroegtijdig bekend zijn, moet de Centrale Commissie het bindende
advies voor de onteigeningsvergoeding vaststellen op basis van de even
tueel door de taxateur gecorrigeerde plus-minus oppervlakte ingevolge
de in de aanhef vermelde Handleiding.
Deze regeling is overgenomen uit de aanwijzing nr 118 A voor de
schade-enquête-commissie uitgegaan van de Afdeling Oorlogsschade
van het Ministerie van Financiën.
Belanghebbenden kunnen echter herziening hiervan verkrijgen op
basis van de juiste kadastrale oppervlakte, terwijl indien de vordering
van de onteigeningsvergoeding is overgegaan op derden, nader zal
moeten blijken wie hiertoe gerechtigd is.
Voor de landmeter van het Kadaster ligt ons inziens bij de toe
passing der aanzeggingen een taak in het opmerkzaam maken van de